Zonder heldere doelen geen effectieve innovatie

Voor de Formule 1-liefhebbers in Nederland wordt zondag 3 mei een historische dag. De Grand Prix van Zandvoort zal dan plaatsvinden en velen hopen op een hoofdrol voor landgenoot Max Verstappen. Nu ben ik geen groot liefhebber van deze sport, maar voor deze rubriek is dit filmpje van de kortste F1-pitstop ooit de moeite van het bespreken meer dan waard. (Het filmpje duurt 40 seconden, de pitstop zelf niet langer dan de recordtijd van 1.91 seconden.) Kijkt u even mee! Alle stakeholders van Red Bull Racing hebben hetzelfde hoofddoel: wereldkampioen worden en dus, het winnen van de race. Voor zowel coureur als crew is de taakverdeling glashelder en directie en management scheppen – letterlijk buiten beeld – de voorwaarden voor succes. Ten slotte: dat in deze tak van sport de rol van innovatie cruciaal is, weet iedereen. Motoren, banden, chassis, stroomlijn… heel veel zaken moeten jaarlijks worden vernieuwd om de doelen te kunnen bereiken.  

Twee innovatielessen
Voor coureurs in de bibliotheeksector zijn twee lessen te trekken. De eerste is dat alleen een duidelijk hoofddoel succesvol richting geeft aan de inzet van alle belanghebbenden. De tweede les betreft de rolverdeling en taakverdeling tussen de verschillende bibliotheekorganisaties in het organisatienetwerk.
Hebben we op dit moment zo’n hoofddoel als sector? Nee! Wie hiernaar zoekt in de bibliotheekwet vindt geen expliciete verwijzing. De inhoud van artikel 5 komt nog het dichtst in de buurt. Dat artikel behandelt de bedoeling van de vijf wettelijke functies van een openbare bibliotheekvoorziening die ‘bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en verbetering van de maatschappelijke kansen van het algemene publiek’.1
Na de inwerkingtreding van de wet in 2015, hebben overheden en netwerkpartners samen een innovatieleidraad voor 2016-2018 opgesteld. Daarin lezen we: ‘De Gezamenlijke innovatieagenda heeft als hoofddoel om de vernieuwingskracht van de bibliotheeksector te versterken om zo toegevoegde waarde te kunnen bieden aan burgers en samenleving in lijn met de vijf functies van de bibliotheek’. Hmm … mijn hoogleraar beleidswetenschap zou dit eerder bestempelen als een tussendoel dan als een hoofddoel. Niet in de laatste plaats omdat hiermee de verschuiving naar de maatschappelijke ondersteuningsfunctie van de bibliotheken verder werd geëxpliciteerd.

Deze maand bracht de Raad voor Cultuur een adviesrapport uit, getiteld: Een bibliotheek voor iedereen. Daarin stelt de Raad ‘dat het Rijk de taak heeft om te waarborgen dat er in iedere gemeente toegang is tot de vijf bibliotheekfuncties’. Verder vindt de Raad ‘dat elke gemeente een bibliotheekvoorziening, in de zin van de wet, moet hebben.’ . En ten slotte: ‘De bibliotheekwet benoemt ieders taken en verantwoordelijkheden. De raad adviseert een aantal hiervan aan te scherpen’.
 Kan deze klare taal uit het advies van de Raad omgezet worden in een ambitieus (wettelijk) hoofddoel? Daarvoor zal in de komende periode een politieke meerderheid gezocht moeten worden. Of dat gaat lukken, zullen we leren. Maar duidelijk moge nu al zijn dat spoedige bespreking van dit adviesrapport in de uitvoeringskolom (bibliotheekorganisaties, POI’s en KB) zeker zo belangrijk is als de parlementaire behandeling van de wetsevaluatie in het voorjaar. Staatsblad, Wsob, artikel 5, blz. 2.
Gezamenlijke innovatieagenda netwerk openbare bibliotheekvoorzieningen (2016), blz. 6.
3 Raad voor Cultuur, Een bibliotheek voor iedereen (pdf), blz. 13.

Peter van Eijk, directeur-bestuurder BiSC Utrecht

Deze column verschijnt ook in Bibliotheekblad nummer 2, 2020 in een serie verkenningen waarin Peter van Eijk dit jaar reflecteert op maatschappelijke, technologische en andere ontwikkelingen die voor bibliotheken de vraag oproepen: moeten we hier niks mee?

Geef een reactie
Gerelateerde berichten