Door Wim Keizer
Stromatolieten zijn qua uiterlijk de meest oninteressante verschijnselen ter wereld, maar qua betekenis juist de boeiendste die je kunt bedenken, namelijk bewijzen van de oudste vormen van leven op aarde: 3,5 miljard oud, ontstaan op een kwart van de geschiedenis van de aarde. Ik zag ze in 2000 in de Hamelin Pool in de Shark Bay aan de kust van West-Australië. Het zijn koraalachtige, grijze, vormeloze structuren
In zijn boek Tegenvoeters, een reis door Australië (2000) geeft schrijver-journalist Bill Bryson er een beschrijving van die een mix is van bewondering en hilariteit, zoals hij ook deed met andere plekken op de wereld. Ik ben een fan van Bryson met zijn aanstekelijke humor. Lezen (en herlezen) van zijn boeken stemt mij tot grote opgewektheid.
Het eerste boek dat ik ooit van hem las is Het verloren continent (1989), over een reis die hij maakte door Amerika. In mijn boek bevindt zich een knipseltje uit het Noordhollands Dagblad van 21-9-1997. Het luidt: “ZEVENLING – Een 29-jarige Amerikaanse heeft woensdag het leven geschonken aan een zevenling. In Des Moines (Iowa) bracht Bobbi McCaughey na een zwangerschap van zeveneneenhalve maand vier jongens en drie meisjes ter wereld.”
Waarom stopte ik dat Bobbi-knipseltje in Het verloren continent? Omdat het boek aldus begint: “Ik kom uit Des Moines. Er moet toch iemand zijn die daar vandaan komt. Als je uit Des Moines komt, kun je twee dingen doen: je accepteert dat feit zonder meer, je trouwt met een meisje uit de buurt dat Bobbi heet, je neemt een baan in de Firestone-fabriek en blijft er voor eeuwig en altijd wonen, óf je brengt je tienerjaren door met eindeloos te zeuren over wat een naargeestige puinhoop het daar toch is en dat je gewoon niet kunt wachten tot je er weg kunt gaan, en dan trouw je met een meisje uit de buurt dat Bobbi heet, je neemt een baan in de Firestone-fabriek en blijft er voor eeuwig en altijd wonen.”
Gelukkig is Bryson weggegaan en afwisselend in Engeland en Amerika gaan wonen, met een spoor van boeken achter zich aan, eerst vooral reisboeken, later ook andere, zoals Een kleine geschiedenis van bijna alles (2003). In zijn boeken over Groot-Brittannië, Een klein eiland (1995) en de opvolger De weg naar Little Dribbling (2016), belijdt hij zijn liefde voor het land, maar stelt hij ook de eigenaardigheden onnavolgbaar leuk aan de kaak. Ik heb ze meerdere keren gelezen met Google Maps en street view erbij, omdat het mooi is te zien hoe de door hem bezochte pubs en hotels eruit zien.
Bryson legt in zijn Australië-boek uit waarom stromatolieten interessant zijn en schrijft: “Terwijl ik daar in het kristalheldere water stond te turen, kon ik de bejaarde dagjesmensen horen aankomen, en een paar minuten later verschenen de levendigsten onder hen op het plankenpad. Een vrouw met een zonneklep van de Miami Dolphins kwam naast me staan, staarde even in het water, sloeg een paar vliegen weg, wendde zich toen tot haar echtgenoot en zei met een stem die het lawaai van een staalfabriek had kunnen overschreeuwen: ‘Wil je me vertellen dat we hiervoor een heel continent zijn overgestoken?’. Ik voelde een zekere welwillendheid tegenover de wereld, dus keek ik haar aan met een begrijpende glimlach, en met alle zachtaardigheid en tact die ik kon opbrengen deed ik mijn best haar tot een zekere waardering voor dit wonder dat aan onze voeten lag te brengen.” In Een kleine geschiedenis van bijna alles besteedt Bryson meer aandacht aan de stromatolieten en het ontstaan van leven op aarde.
Overigens zag ik op internet dat die zeven kinderen van Bobbi allemaal volwassen mensen zijn geworden.
Wim Keizer
Dit is de zesde column over lezen, ‘Enthousiast’. De eerste vier verschenen in Bibliotheekblad 1- t/m 4-2020, de vijfde staat ook op deze site.