Veel bibliotheken kunnen niet meer zonder: vrijwilligers. Sommige bibliotheken hebben er tientallen, anderen geen. Het is een onderwerp dat veel controverse oproept: immers gaan vrijwilligers niet ten koste van betaalde arbeidsplaatsen? En kan dat zomaar: mensen zonder opleiding laten werken in de bieb? (Meepraten over dit onderwerp? Lees dan de kadertekst onder dit artikel).
Frank Huysmans, bijzonder hoogleraar ‘Information Society, with special regard to the transformation of public libraries’ zei in Bibliotheekblad 7-2021 daarover: ‘Vrijwilligers doen hun best. Sommige klussen, zoals het opruimen van boeken, kun je uitstekend aan hen overlaten. Daarvoor hoef je geen hoogopgeleide bibliothecaris te zijn, maar voor het geven van cursussen heb je wel degelijk een opleiding nodig: je moet weten hoe het menselijk brein werkt en hoe je dat nieuwe kennis bijbrengt en vaardigheden aanleert. Hoe dat werkt, leer je niet zomaar in een cursus. In Engeland en Duitsland worden ook vrij veel vrijwilligers ingezet, maar in Midden-Europa en Scandinavië moet je echt een vakopleiding hebben gevolgd om in de bibliotheek te mogen werken. Soms geldt zelfs een wettelijke opleidingseis. Ik zeg niet dat die er in ons land ook moet komen, maar als we die in Nederland hadden gehad, had het personeelsbestand wel minder makkelijk uitgekleed kunnen worden dan sinds 2010 is gebeurd. Het idee dat bibliotheekwerk een professionele opleiding behoeft, is bij ons compleet uitgemergeld.’
Columniste Els Rademaker-Vos ‘beschuldigde’ vrijwilligers in haar column zelfs van ‘uitholling van het vak’. Wat leidde tot de volgende ingezonden brief, geschreven door bibliotheekvrijwilliger Martin van Dalen:
Vrijwilligers: een uitdaging
Ik ben vrijwilliger in de bieb. Sinds pakweg vier jaar: uit die termijn mag u afleiden dat ik het leuk vind. Via via stuitte ik op de blog van mevrouw Rademakers. Ik voel me uitgedaagd om daarop te reageren. Ik ga er van uit dat de term “uitholling door vrijwilligers” prikkelend bedoeld is. Dat is dus gelukt.:)
Ik denk dat zonder vrijwilligers bibliotheken al veel verder zouden zijn uitgehold dan ze nu al zijn. De financiële positie van bibliotheken is niet om over naar huis te schrijven. Gaat dat verbeteren? Ik heb er een zeer hard hoofd in. Ik verwacht eerder een verdere afname van de financiële ruimte. Dat betreur ik zeer, maar ik kan daar niets aan veranderen. Een klein gedachtenexperiment: stel, u bent beleidsbepaler in uw bibliotheek, en u ziet in uw glazen bol dat u over vijf jaar 25% minder budget hebt. Wat gaan u dan doen? En op welke termijn?
Ik doe alvast een suggestie: nadenken over wat we vrijwilligers meer kunnen laten doen dan nu. Gaat dat eenvoudig worden? Nee, natuurlijk niet. Riskant? Ja. Er zal vast wel eens iets mis gaan. En het is onzin om een vrijwilliger een complete opleiding te laten volgen en haar/hem dan voor één of twee dagdelen per week in te zetten. Maar vrijwilligers zijn regelmatig niet meer de jongste, en, om mevrouw Rademakers te citeren: ruime algemene ontwikkeling is echt heel belangrijk. Gebruik die. Bijvoorbeeld bij wat mevrouw Rademakers noemt omtrent non-fictie en catalogiseren. Dat catalogiseren is iets waar ik best meer over zou willen weten.
Ik snap dat u afhankelijk bent van wat u aan vrijwilligers weet te strikken, maar ook daar kan ik niets aan veranderen. U kunt wel proberen hun werk zo boeiend mogelijk te maken. En daarmee breidt u hopelijk de vijver van kwalificeerbare (for want of a better word) vrijwilligers uit. Uw creativiteit hierbij wordt gewaardeerd. What’s more, hij is, denk ik, essentieel. Dus: out of the box denken. Niet alleen bij u, ook bij de vrijwilligers. “Wat me nu gevraagd wordt, kan ik dat wel?” – ik herken bj mezelf. Maar misschien moeten we ons de wijze woorden van Pippi Langkous voor ogen houden: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.”
En als onze gezamenlijke inspanningen onvoldoende resultaat hebben: dan hebben we gedaan wat we konden. De maatschappij krijgt de bibliotheken die bekostigd kunnen worden uit de middelen die de politiek ter beschikking stelt.
Nog een tip: de term “vrijwilliger” lijkt een zekere negatieve lading te hebben. Is er iets leukers? Ik vind de Duitse term “ehrenamtlich” erg mooi, maar een perfecte vertaling heb ik nog niet gevonden. Zullen we ons in de tussentijd behelpen met “onbezoldigd medewerker”? Of “honorair bibliothecaris”? (Met dank aan mijn echtgenote voor deze suggestie.)
Martin van Dalen, bibliotheekvrijwilliger