Blog: Doen & Laten

Foto: Landelijke Huisstijl / KB

Tekst: Jan van Bergen en Henegouwen, specialist informatiedienstverlening bij de Bibliotheek Schiedam

Essentieel

‘s Winters kon het best koud zijn in de eend van P. Het linnen dak bolde op bij tegenwind en het lawaai van de motor was op de snelweg oorverdovend. Toch bewaar ik goede herinneringen aan de keren dat hij mij op vrijdag na werktijd een lift gaf. Wij werkten allebei bij de bibliotheek van de oud-marinestad H. Hij deed de parttime opleiding en ik vervulde mijn vervangende dienstplicht. In de middelgrote stad S. zette hij mij af bij het station en vandaar reisde ik verder. Onderweg spraken we over van alles en nog wat en vanzelfsprekend ook over ons werk. P. vertelde enthousiast over zijn opleiding, die ik ook overwoog te gaan volgen na mijn diensttijd. Hij gebruikte soms grote woorden. Zo groot, dat ik me er klein bij voelde. Zo zei hij zonder blikken of blozen: ‘de openbare bibliotheek is essentieel voor goedwerkende democratie, een basisvoorziening zoals onderwijs en een vrije pers’. Toe maar. Geregeld hoorde ik andere collega’s ook dergelijke dingen zeggen. Aan hun gezicht zag ik dat zij bloedserieus waren. De woorden fundament, pijler, smeerolie werden ook vaak gebruikt. Het kabinet Den Uyl lag nog vers in het geheugen en menigeen was van mening dat alles politiek was. De taal van gediplomeerde bibliothecarissen om het soortelijke gewicht van de openbare bibliotheek en hun eigen zelfvertrouwen enigszins op te krikken, maar al bij geringe tegenslag vallen al die hippies om, dacht ik in mijn jeugdige overmoed. Eerlijk is eerlijk, veel stond indertijd op losse schroeven. Het waren zware jaren voor de openbare bibliotheek. Het kabinet Lubbers bezuinigde enorm en overwoog de met veel moeite voor elkaar gekregen en nog geen tien jaar oude bibliotheekwet in te trekken. Daar kwam de bom nog bij en dat Doe Maar uit elkaar ging. Tel uit je winst. Helemaal niet leuk allemaal.    

Het idee dat alles politiek is, wordt minder manifest in de jaren daarna. De muur valt. Ideologie en veren. De bibliotheekwet wordt uitgekleed ondergebracht in de welzijnswet. De politiek sluipt langzaam weg uit de bibliotheek. In de jaren negentig heb ik het welgeteld nog eenmaal meegemaakt dat een collega iets van politiek engagement op de vergadertafel legde. Wat overbleef: onafhankelijk, objectief en voor iedereen en dat had dikwijls nogal dogmatische trekjes. Bij verkiezingen werden nog keurig de folders van alle deelnemende partijen neergelegd. Verzuimde een partij zijn folders op te sturen, dan verdwenen alle anderen in de prullenbak. Die keurige principiële opstelling gaf de bibliotheek iets kleurloos. Wie niet weet wie hij is, wordt niet herkent. De politiek kwam in die dagen niet veel verder dan: ‘Dadelijk met e-boeken en Google zijn bibliotheken helemaal niet meer nodig’.

En toen plotseling, schijnbaar uit het niets en van de ene op de andere dag, was de bibliotheek essentieel. Uiteraard was er enig politiek geharrewar en gelobby aan vooraf gegaan, wat achteraf bezien als voorteken had kunnen worden opgevat. Met een beetje goede wil valt er de motie Klaver in te herkennen. Waar op woensdag 4 november 2020 alle honderdvijftig Tweede Kamerleden voor stemden. ‘De kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat de nieuwe coronamaatregelen sociaal en economisch zwakkere mensen onevenredig zwaar treffen; […] verzoekt de regering, om geen generieke sluiting van buurthuizen en bibliotheken door te voeren tijdens de coronacrisis, en gaat over tot de orde van de dag. Klaver’ Maar vanzelfsprekend droeg de minister van Volksgezondheid een belangrijk steentje bij, toen hij burgers onaangekondigd doorverwees naar de bibliotheek om in het bezit te komen van het coronatoegangsbewijs

Essentieel en basisvoorziening. Toch wringt het allemaal een beetje. Ik moest denken aan mijn collega’s uit het begin van de jaren tachtig. Inmiddels bijna allemaal met pensioen. Was dit de basisvoorziening die hen indertijd voor ogen stond en waar zij warm voor liepen? Ik kan het me niet voorstellen. Het lijkt erop dat onze bijdrage aan de ontwikkeling van burgers maar gedeeltelijk de doorslag heeft gegeven bij deze ridderslag tot essentiële voorziening. Anders was de cultuursector ook wel essentieel verklaard en waren de scholen tot elke prijs opengehouden. Een paar weken was ik trots op ons nieuw verkregen keurmerk. Toen zag ik in dat de openbare bibliotheek door de overheid vooral als een nuttige voorziening wordt gezien en dat is natuurlijk maar de helft van het verhaal. Ik kijk uit naar de dag dat de openbare bibliotheek naast als nuttige, ook als zinvolle voorziening wordt erkend.

Gerelateerde berichten