Tekst: Els Rademaker-Vos, gepensioneerd (leidinggevend) bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst en tot 2006 consulent voortgezet onderwijs. Vanaf 2017 geeft zij colleges over nepnieuws voor de BMO.
He, gaan we nu ineens schoonmaken? Ja het is wel tijd voor de najaar schoonmaak maar dat gaan we niet doen. Of misschien toch!
Schoolbibliotheken hebben vroeger een marginaal bestaan geleid. Ergens bij een conciërge in een vergeten bezemkast bijvoorbeeld. Waar je beduimelde boekjes kon lenen zoals middeleeuwse teksten als die van Karel ende Elegast. De manier om je het plezier in lezen te ontnemen. Maar toch veranderde dat vooral met de invoering van het Studiehuis. Was niet zo’n succesvolle onderwijsvernieuwing maar het begrip schoolbibliotheek werd wel gewoner. Overal ontstonden schoolbibliotheken. Ik heb er verschillende opgericht of heringericht. Er kwam ook een vaktijdschrift: Dossier Kennis en Media.
Toch ging het langzamerhand weer bergafwaarts met die schoolbibliotheken. Deels ook omdat er niet geschoold personeel aan het werk ging. Ondanks dat er een beroepsvereniging was om mensen te ondersteunen en het begrip schoolbibliotheek over het voetlicht te brengen.
Maar ik ben wel geschrokken toen ik een aantal jaren later weer in scholen kwam om mijn colleges over nepnieuws te geven.
Zo kwam ik op de school waar ik een schoolbibliotheek had ingericht. Die was ondertussen opgeheven en dat had de conciërge besloten. In het nieuwe onderwijs hebben we geen bibliotheek meer nodig. We hebben Google. En waarom doet een conciërge dat? Omdat de schoolbibliotheek viel onder het onderwijsondersteunend personeel en de conciërge het hoofd was van dat personeel. De directie vond dat kennelijk goed.
Of een school met een schoolbibliotheek die door de docent Nederlands werd opgeheven toen de beheerster met pensioen ging. De docent gooide de boeken weg. Ik was verbijsterd.
Of een school die werd overgenomen door een onderwijsmoloch. De bibliothecaris moest bij het management komen. Hij kreeg te horen dat zijn functie niet bestond in deze organisatie. De groeten en tot ziens en hij was ontslagen. Een andere school die tot deze moloch hoorde had ook een professionele bibliothecaris in dienst en kreeg te horen dat van de bibliotheek nog maar twee boekenplankjes in stand werden gehouden. De bibliothecaris probeerde een nieuwe baan te vinden. Dat lukte en vertrok.
Of een school met een voortreffelijke schoolbibliotheek. De bibliothecaris ging met pensioen en hij kreeg te horen dat de directie een vrijwilliger probeerde te vinden. Dat was wel een klap in het gezicht. Treurige verhalen juist nu we elke dag worden geconfronteerd met dalende geletterdheid. Toch schijnt het niet tot directies door te dringen.
De schoolbibliotheek zelf probeert zich een modern imago aan te meten en noemt zich: schoolmediatheek. Want er is meer te vinden dan alleen boeken. Was trouwens altijd al zo. Ik vind het nikserig woord. Dat is lang niet iedereen het met mij eens en dat mag uiteraard. Maar wat las ik in een artikel van Geertjan de Vugt in de Volkskrant van 20 augustus 2021? Het artikel heet: Eens gestopt met boeken lezen. Toen hij op de middelbare school zat werd de bibliotheek opgeheven en werd het opeens Mediatheek. Hij vond het een plek waar je niet gezien wilde worden. Ik was blij dat iemand het met mij eens was. Overigens is het een tendens dat veel bibliotheken zich geen bibliotheek meer willen noemen. Want boeken: o zo ouderwets.
En hoe zit het toch met Karel ende Elegast? Nou daar gaat het heel goed mee. Want er is een mooie serie boeken uitgekomen met Middeleeuwse teksten met een vertaling er naast. De serie Tekst in context. Een uitgave van Amsterdam University Press.
Mijn oproep aan de schoolbibliothecaris: Laat je niet terugdringen in de bezemkast en probeer een goede gesprekspartner te zijn van de directie. Dat betekent scholing. Laten we strijden voor een goede opleiding. Het enorme belang van lezen mag niet verdwijnen.