Tekst: Lonneke van der Ark (1992) is boekwetenschapper, gespecialiseerd in middeleeuwse handschriften en incunabelen (gedrukte boeken voor 1500). Ze werkt als collectiemanager bij Bibliotheek AanZet, waar ze de collecties van dertig bibliotheekvoorzieningen beheert. Daarnaast is ze als museumdocent en gids verbonden aan Huis van het Boek in Den Haag, het oudste boekenmuseum ter wereld. Lees ook haar blogs op lonnekesletters.com. Columnisten / bloggers schrijven op persoonlijke titel en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.
Als je voor een bibliotheek werkt, dan ben je de hele dag met boeken bezig. Toch?
Nee.
Deze blog heb ik al een aantal keer verwijderd, opnieuw herschreven en vervolgens weer als concept in een mapje verstopt met de gedachte: misschien wel, maar nu nog niet. Want ik realiseer me dat ik best wat kritiek heb op mijn eigen vak. En ik realiseer me ook dat die kritiek beperkt blijft tot mijn eigen ervaringen en daarom niet over het hele vak kan gaan. In feite lever ik kritiek op de plekken waar ik werk en gewerkt heb en dat is altijd spannend.
Tegelijkertijd hoop ik dat wie dit ook leest (dus ook collega’s, werkgevers enzovoort), zich realiseert dat ik dit met de beste bedoelingen schrijf en uiteindelijk wil dat het stof tot nadenken zal bieden.
Terug naar waar het om draait: boeken in de bibliotheek. Ik zal er geen doekjes om winden, maar ik moet ervoor vechten. Boeken nemen vooral kostbare ruimte in beslag, zo lijkt het. Weinig collega’s lezen (“geen tijd”) en bij sollicitaties wordt er niet naar gevraagd, want of iemand leest is ondergeschikt aan de functie. Ik had na het horen van die uitspraak extra zuurstof nodig.
Bij verhuizingen en verbouwingen is één van de eerste vragen die wordt gesteld: kunnen we wat minder boeken meenemen naar de nieuwe situatie? Er is zelfs al een keer een “bibliotheek zonder boeken” voorgesteld, wat snel werd teruggenomen na één zeer nijdige blik van mijn kant.
Natuurlijk is de taak van de bibliotheek in de afgelopen decennia in rap tempo getransformeerd. We bieden veel meer dan “het boek” alleen en dat is geweldig, maar soms wordt vergeten dat het boek in feite aan de basis ligt van alles wat we doen. Zonder leesvaardigheid kun je geen belastingaangifte doen, geen andere taal leren, of een computercursus volgen. Zonder leesvaardigheid geen leesplezier, geen inzicht in andere perspectieven, geen mogelijkheid om weg te dromen in een wereld die zo anders is dan de onze, dat ook die wereld weer nieuwe vensters opent.
Terwijl we bij het ene na het andere onderzoek over teruglopende lees- en taalvaardigheid verbouwereerd naar onze parelkettingen grijpen en roepen “hoe kan dit toch?!”, lijken we volledig voorbij te gaan aan de basis. Onlangs werd een AI-gegenereerde afbeelding van de “moderne bibliotheek” gedeeld tijdens een bijeenkomst. Ik moest op die afbeelding zoeken naar de boeken: ik vond ze uiteindelijk op de derde verdieping achter een deurtje. Één kast, dat was het. Verder beschouwt AI de moderne bibliotheek als een ruimte vol met schermen die naar je schreeuwen en die je vertellen wat je moet doen (en denken?). Hierbij kun je natuurlijk de terechte opmerking plaatsen of die afbeelding er met een andere vraagstelling niet heel anders uit had gezien, maar ik vind dat AI toch slim genoeg zou moeten zijn om in de context van een bibliotheek, de boeken niet over het hoofd te zien.
Dus bij deze: laten we weer over boeken praten in de bibliotheek. En als je bij een bibliotheek werkt, doe mij en jezelf (en de bezoekers waar je iedere dag zo je best voor doet) een plezier, en lees zelf ook weer eens een boek. Word je blij van, echt waar.