Tekst: Els Rademaker-Vos, gepensioneerd (leidinggevend) bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst en tot 2006 consulent voortgezet onderwijs. Vanaf 2017 geeft zij colleges over nepnieuws voor de BMO.
Wat heeft de kop van deze column te maken met bibliotheken? Alles. Maar helaas wordt dit steeds moeilijker. Daarover schrijft Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap Universiteit Amsterdam, in haar boek: Het boek en het badwater. En dat maak ik zelf ook veel mee.
Wat is er aan de hand? Openbare bibliotheken hebben het moeilijk. Daar zeg ik niets nieuws mee. Er wordt op bezuinigd. En omdat onze maatschappij in de ban is van het neoliberalisme gaat het ook over getallen. Wat zijn de uitleencijfers? Als bibliotheken niet veel uitlenen kunnen we ze net zo goed sluiten. Dus gaan de bibliotheken dingen bedenken om die uitleencijfers op te krikken. Er is gekeken naar de opstelling van de boeken. ‘He al die boeken met de ruggen naar de leners. Dat is wel saai.’ En toen bedacht men het winkelconcept. Ben je mal om romans op alfabet in kasten op te bergen. Gooi ze maar op tafels. En dan de informatieve boeken. Daar was een systeem voor bedacht. Het was een Nederlandse versie van een Amerikaans systeem. Annie Timmenga was de bedenkster en het was heel ingenieus. Het moest ook steeds aangepast worden want er werden boeken uitgegeven over onderwerpen waarvan in 1950/1960 nog niemand had gehoord. Bijvoorbeeld de computer. Een commissie boog zich hier geregeld over en het paste allemaal wonderwel in het systeem.
En dan: dan heb je informatieve boeken in een mooi systeem ondergebracht maar dan ben je er nog niet. Ik noem een voorbeeld. Stel: je hebt een boek over de Nederlandse geschiedenis in de 17e eeuw. Dan kun je het een trefwoord geven: Nederland; geschiedenis; 17 eeuw. Maar als je dat boek doorbladert valt je een belangrijk hoofdstuk op over de tulpenmanie of bijvoorbeeld Leeghwater. Dan is het van belang dit te trefwoorden en dan krijgt het een plaats in de trefwoordencatalogus.
Wat is het belang hiervan? Dat boeken beter ontsloten worden en ook worden uitgeleend. Het zijn de zogenaamde ontsluitingstechnieken. Wat ik altijd een heel humoristische term vond.
Ook deze systematiek is losgelaten. Informatieve boeken krijgen een zogenaamd groepswoord op de rug. En wat is het gevolg? Dat boeken die verwante onderwerpen behandelen niet meer bij elkaar staan. En dat is jammer.
Ik geef een voorbeeld. Ik werkte bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst. De rechtsvoorganger van Rijnbrink. We hadden een grote zogenaamde achtergrondcollectie. Daarin waren boeken opgenomen die niet werden aangeschaft in veel bibliotheken omdat het zulke speciale onderwerpen betrof dat maar weinig lezers er om zouden vragen. En op een dood bezit zit niemand te wachten. Dus werden die boeken aangeschaft voor die collectie. Ik werkte een tijd bij de afdeling aanvragen. Een afdeling waar hele specifieke vragen van lezers binnen kwamen. En daarvoor was deze collectie bedoeld. Het was een schatkamer en door die systematische indeling kwam je op boeken die je anders niet had gevonden. Dus bij toeval. En dat noemen we: serendipiteit. Het was een feest om in die collectie boeken te vinden.
Hetzelfde met de trefwoordencatalogus. Daar was ik een tijd verantwoordelijk voor. Het kunnen beoordelen wat lezers aan dit speciale boek hadden. Dus maakte ik dat boek voor meer mensen toegankelijk.
Toen die winkelopstelling ingang begon te vinden kwamen er grote artikelen in kranten. Bibliotheken werden anders ingericht en er kwamen veel mensen op af. En iemand zei: het is een succes. Ik zei: ‘ik weet het niet.’ Het is nieuw. Dan willen mensen dit altijd zien. Maar of het beklijft: ik weet het niet. Nu zijn er in bibliotheken ook overheidsloketten. En je kunt adviezen krijgen over belastingpapieren invullen. Of nog andere zaken.
Mij schiet een voorbeeld in mijn herinnering. Ik wilde Alice in spiegelland van Lewis Carroll lenen. Het had de status: In bibliotheek dus het moest er zijn. Maar ik kon het niet vinden. Ik vroeg het aan de bibliothecaris. Ik zei: Het is toch raar dat het niet naast Alice in wonderland staat? Ja maar ja. We zijn minstens een half uur aan het zoeken geweest. Toen kwam het tevoorschijn met een heel ander groepswoord dan Alice in wonderland had toegekend gekregen. Ik vroeg of dat niet aangepast kon worden. Nee dat kon niet want het was landelijk zo bepaald. Ja.. dan sta je als lezer toch even met de mond vol tanden.
Overigens heb ik nog een goed bericht voor boerenmeiden. Ik zie nergens meer hooibergen. Alleen ingekuild gras. Maar ja, dat is niet zo romantisch helaas.