Bibliotheekbladredacteur én taalgroepvrijwilliger Linda van Pelt doet er alles aan om haar groep te motiveren bij het leren van de Nederlandse taal. Deze keer werd er -in het kader van de maand van de filosofie-gefilosofeerd over ‘geluk’. De dames van de taalgroep kregen de opdracht om een ‘geluksverhaal’ te schrijven.
Linda van Pelt: ‘De week daarvoor had ik alle vrouwen in de groep gevraagd hun liefste sprookje (het verhaal dat de meeste indruk had gemaakt in hun jeugd) met de groep te delen. Dat is natuurlijk best lastig, want het verhaal moet verteld worden in het Nederlands. Sarah, de jongste deelnemer van onze groep, is ruim vier uur(!) bezig geweest om haar sprookje over een prins die een gouden standbeeld was geworden, met een rode robijn als mond en twee blauwe saffieren als ogen, te vertalen vanuit het Turks in het
Nederlands. Dat verdient een TIEN! Daarna las ze het verhaal voor aan ons allemaal.’
Een fragmentje: De prins stond op een hoge paal en kon daardoor ver kijken. Zo zag hij veel armoede, en hij gaf al zijn juwelen en goud om de arme mensen te helpen.
Een ander, even indrukwekkend verhaal (en zelfs gekozen door twee Turkse vrouwen, Cemile en Fatma) ging over een rijke man die in het water viel.
Hij kon niet zwemmen en zou bijna verdrinken, toen er een man vanaf de kant riep: “Geef me je hand!” Maar de man in het water reageerde niet. Hij negeerde de roepende man die hem wilde redden. Nét op tijd kwam er een tweede man. Hij probeerde ook de man uit het water te halen en riep: “Pak mijn hand, pak mijn hand!” Onmiddellijk reageerde de bijna verdronken man, en zo werd hij – nét op tijd – op de kant getrokken. De eerste man was heel verbaasd. “Hoe kan het dat jij hem wel kunt redden, en ik niet? Wat deed ik fout?” “Jij deed niets fout,” zei de eerste man. “Maar de man in het water is een rijke man. En rijke mensen geven nu eenmaal nooit iets weg. Maar iets pakken… dat willen ze altijd wel.”
Een verhaal met een moraal.
Daarna begonnen we aan deel twee van onze ‘les’ (die vaak meer een gezellige bijeenkomst is, waar je spelenderwijs ook nog iets leert) : het opschrijven van alle dingen die ons gelukkig kunnen maken. Allemaal zelf geschreven, in de vorm van zeven papieren die we lieten rondgaan. iedere keer werd er door een andere vrouw een regel (of wat woorden) aan toegevoegd. Dit gedeelte werd naar achteren geslagen, zodat het onzichtbaar was. Dan weer de volgende tekst (rond de vraag: wat maakt jou gelukkig? of waar word jij blij van?). Aan het einde hadden we alle blaadjes vol. Iedereen heeft er eentje voorgelezen (gemaakt dus door allemaal) en dit is het eindresultaat. En zoals je ziet – dat was ook de algemene conclusie, hoe mooi – niemand had gevraagd om veel geld of een grote dure auto. Dáár ligt het geluk dus niet.
Het resultaat zie je hieronder.