Onderzoek voorlezen in de kinderopvang: kansen voor groei

Voorlezen is een vanzelfsprekend onderdeel van het werk op de kinderopvang. Nederlandse kindcentra nemen voorlezen regelmatig op in hun beleid en het is onderdeel van de dagelijkse activiteiten op de groep. Toch zijn er ook kansen voor groei: ‘Impact maken vraagt om méér dan dagelijkse routine.’

Op het gebied van voorlezen zijn er al veel zaken op orde binnen de kinderopvang. Een meerderheid van de Nederlandse kinderopvanginstellingen heeft voorlezen opgenomen in beleids- en werkplannen en circa de helft heeft een voorleescoördinator. Vrijwel alle managers geven aan dat het kindcentrum een gevarieerd en aantrekkelijk boekenaanbod heeft. En bijna alle pedagogisch medewerkers vinden voorlezen (heel) belangrijk en (heel) leuk. Ze lezen regelmatig (interactief) voor op de groep.  Dit blijkt uit surveyonderzoek van Verian in opdracht van Stichting Lezen, onder 200 managers en 266 pedagogisch medewerkers.

Voorlezen niet altijd opgenomen in beleid
Het beleid rondom voorlezen blijft echter achter bij de praktijk. Ongeveer een derde van de managers geeft aan dat voorlezen op hun instelling niet is opgenomen in het pedagogisch beleidsplan en twee derde heeft geen apart voorleesplan. Op de helft van de instellingen is er ook nog géén voorleescoördinator aanwezig. ‘Daar zien wij ruimte voor verbetering,’ stelt Marijke Bos, specialist voor- en vroegschoolse periode bij Stichting Lezen. ‘Impact maken vraagt om meer dan de dagelijkse routine van individuele pedagogisch medewerkers. Met een voorleesplan en een voorleescoördinator kunnen instellingen zorgen voor structurele aandacht voor leesbevordering.’

Geen doorgaande leeslijn naar het onderwijs
Ook is er noodzaak voor meer samenwerking met het primair onderwijs. Zes op de tien managers geeft aan dat er wat betreft het taal- en leesbeleid van de instelling niet wordt samengewerkt met de basisschool. Kindcentra kunnen de samenwerking met de basisschool versterken door aansluiting te zoeken bij thema’s, gezamenlijke scholing te organiseren, en door visie en doelen op elkaar af te stemmen.

Noodzaak van deskundigheidsbevordering
Ten slotte moet er ook meer aandacht komen voor (na)scholing op het gebied van voorlezen. Maar een op de vijf managers vindt dat pedagogisch medewerkers na hun opleiding voldoende kennis en vaardigheden hebben over leesbevordering en voorlezen. Én meer dan de helft zegt dat hun personeel op dit vlak extra scholing nodig heeft. ‘We zien een duidelijke behoefte aan deskundigheidsbevordering,’ vertelt Bos, ‘niet alleen bij managers maar ook bij pedagogisch medewerkers zelf. Bijna de helft van de pedagogisch medewerkers geeft aan dat ze tijdens hun opleiding graag meer hadden geleerd over voorlezen. Met het programma BoekStart in de kinderopvang voorzien we in deze behoefte.”

Werken aan kwaliteit met BoekStart in de kinderopvang
Initiatiefnemer Stichting Lezen werkt met het programma BoekStart in de kinderopvang via de Bibliotheek aan een sterk voorleesklimaat binnen de kinderopvang. Dit gebeurt onder andere via het faciliteren van een goede boekencollectie en deskundigheidsbevordering. En dat werpt zijn vruchten af, zo laat het onderzoek zien. Zo hebben kindcentra die aan dit programma deelnemen, voorlezen vaker opgenomen in beleid en werken zij vaker met een voorleescoördinator.

Pedagogisch medewerkers voelen zich deskundiger, en managers geven aan dat hun instelling sindsdien anders is gaan werken. Aan de hand van zeven bouwstenen laat BoekStart in de kinderopvang zien wat werkt.

Doorontwikkeling van BoekStart in de kinderopvang
Om de impact van BoekStart in de kinderopvang verder te vergroten, werkt Stichting Lezen samen met de Bibliotheek aan een kwaliteitsimpuls. Niet alle bouwstenen van het programma zijn al op het gewenste niveau: zo is er nog niet overal een voorleescoördinator en komt de leesmediaconsulent op meer dan de helft van de instellingen niet regelmatig langs. ‘Sinds vorig jaar kunnen kinderopvanginstellingen gebruikmaken van een doorontwikkelingsbijdrage, beschikbaar gesteld binnen het Masterplan Basisvaardigheden (OCW),’ vertelt Bos. ‘Deze extra ondersteuning helpt instellingen om BoekStart nog effectiever toe te passen in beleid én praktijk.’

Woordenschat stimuleren met digitale prentenboeken
Hoe kunnen digitale prentenboeken het voorleesklimaat versterken? Een aanvullend effectonderzoek laat zien wat werkt in de praktijk.

Meer lezen
Verian (2025). Voorlezen in de kinderopvang: onderzoeksrapport 2024. Stichting Lezen.

Osterhaus, T., Van Steensel, R., & De Koning, B. (2025). Inzet van digitale prentenboeken in kindcentra. Stichting Lezen.

Gerelateerde berichten