Ter afsluiting van zijn opdracht van acht maanden bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam schreef Hidde Stobbe een blog over de visie op Jeugd in de bibliotheek. Tijdens zijn opdracht werkte hij samen met collega’s aan de visie op Jeugd bij de OBA en het verbeteren van de interne samenwerking, als onderdeel van het meerjarenbeleidsplan (2027-2030). Columnisten / bloggers schrijven op persoonlijke titel en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.
Wat speelt er in de bibliotheeksector voor de doelgroep Jeugd? Welke obstakels kunnen we tegenkomen en waar liggen de kansen? Over deze vragen heb ik me de afgelopen tijd gebogen. Vanuit het Traineeship Openbare Bibliotheken van Probiblio kreeg ik de kans om een aantal maanden mee te lopen bij de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA). Vanuit mijn interesse voor Strategie & Beleid dacht ik mee over de visie op Jeugd.
Van mei tot en met december dit jaar sprak ik daarom met veel medewerkers van de OBA en bibliotheekmedewerkers door het hele land, las ik meerjaren- en jarenplannen en relevante literatuur en nam ik de tijd om te mijmeren over een brede toekomstvisie voor Jeugd. Ik verwacht dat we in ieder geval over vier thema’s de komende jaren nog veel gaan horen. Ik neem jullie graag mee langs mijn gedachtenspinsels hierover.
Thema 1: Aandacht en aanbod voor jongeren van 12 tot 18 jaar
Veel bibliotheekmedewerkers stelde ik de vraag: ‘Als je morgen één nieuw initiatief zou mogen implementeren voor kinderen en/of jongeren, wat zou dat dan zijn?’ Wat was er opvallend in de antwoorden? Bijna elke bibliotheekmedewerker antwoordde met: ‘’meer aandacht en aanbod voor jongeren.’’
Met kinderen zijn de bibliotheken wel bekend. Dan hebben we het over jeugd van 0 tot 12 jaar. Veel bibliotheekmedewerkers hebben feeling en ervaring met deze leeftijdsgroep. Met passie wordt gewerkt aan leesbevordering en leesplezier en aan activiteiten geen gebrek. Jongeren zijn weer van een andere orde en krijgen meermaals het stempel: onder-bediend.
Veel bibliotheken wensen zich een medewerker die zich volledig op deze doelgroep kan richten. Om er zo achter te komen wat deze doelgroep eigenlijk bezighoudt. Wat willen de jongeren van de bibliotheek (en wat juist niet)? Het feit dat medewerkers als grote wens ‘’meer aandacht en aanbod voor jongeren’’ noemen, geeft aan dat de behoefte urgent is. Maar het vraagt om een andere manier van werken dan bij 0 tot 12 jaar: meer relationeel, meer in co-creatie en afgestemd op een snel wisselende jeugdcultuur.
Thema 2: Aanbod in de vestigingen vs. aanbod op de scholen
Het aanbod in de vestigingen is net zo belangrijk als wat bibliotheken óp de scholen doen. En een boekencollectie in de vestigingen afgestemd op de collectie in de schoolbibliotheken stimuleert het lezen. Toch ligt de focus in de sector momenteel voornamelijk op de samenwerking met het onderwijs. Door impulsgelden en straks een structurele financiering gaat er binnen bibliotheken veel aandacht naar het programma de Bibliotheek op School. Expertise, bemensing en middelen zijn als gevolg daarvan in dat deel van de organisatie overvloedig aanwezig.
Dit heeft de bibliotheken veel gebracht, onder andere structurele samenwerkingen, betere boekencollecties op de scholen, en zichtbaarheid van de bibliotheek bij kinderen en ouders. Echter, als je het mij vraagt, vraagt effectief werken aan leesbevordering en leesplezier om een integrale aanpak. Bij de OBA wordt dit beschreven als de driehoek thuis, op school én in de bibliotheek. Naar wat ik heb gehoord, zijn veel bibliotheken zoekende naar een nieuw evenwicht. Ten behoeve van de gezamenlijk opgave om nog meer kinderen en jongeren aan het lezen te krijgen, zou ik willen pleiten voor een betere balans in aandacht over deze driehoek in de komende jaren.
Thema 3: Interne samenwerking
Hoe kunnen we de interne samenwerking tussen de jeugdafdelingen verbeteren? Verschillende rollen en teams werken op hun eigen eilandjes. Wat kan leiden tot een gebrek aan kennisdeling en gemiste kansen voor synergie. Het is behoorlijk inefficiënt als teams hun eigen koers varen, waardoor momenten voor gezamenlijke slagkracht voorbij varen zonder dat je het door hebt.
Ik ga hier niet voorbij aan dat het organisatorisch complex kan zijn. Iedere bibliotheekorganisatie is weer net anders ingericht. Teams verhouden zich op een andere manier tot elkaar. En programmeurs, educatiespecialisten, marketing, de frontoffice, collectioneurs (en zo kan ik nog wel even doorgaan) werken allemaal voor jeugd.
Hoe vinden we dan de gebieden waarop samenwerkingen de bibliotheken verder helpen? Samenwerkingen die de werkdruk wat verlichten en die zorgen voor minder ‘’verlies’’ aan de waan van de dag. Effectieve samenwerking vraagt in ieder geval om een gezamenlijke visie die richting geeft, een heldere positionering van de afdelingen: ‘’wie doet wat, waarom en met welk doel?’’ en iemand die het geheel overziet en de regie heeft. Als iedereen aan het eigen ecosysteem blijft bouwen, zal iedere poging tot gezamenlijke jeugdprogrammering vooral symptoombestrijding zijn.
Thema 4: Digitale Geletterdheid
Mag ik Digitale geletterdheid een hoofdpijn dossier noemen? Het lijkt wel het taakje dat we voortdurend uitstellen, waardoor het eeuwig op die to do lijst blijft spoken. Aan besef van urgentie, in een samenleving die razendsnel digitaliseert, geen gebrek. Maar waar in het uitgebreide aanbod van de bibliotheken krijgt het een plek?
Leesmediaconsulenten en adviseurs die werken voor de Bibliotheek op School missen beleid en een vraag op de scholen, waardoor het lastig is om te bepalen op welke manieren ze kunnen ondersteunen. En wat nou als scholen gretig gebruik maken van het aanbod, maar ze er daarna niet zélf mee aan de slag gaan? Binnen de bibliotheek is het voor veel medewerkers onbekend terrein. Het voelt als een nieuwe expertise die veel tijd en moeite neemt om je eigen te maken (tijd die er vaak niet is).
Maar missen we hier niet juist een belangrijke brug naar kinderen en jongeren? En zien we anders niet de trein voorbij denderen, waar we eigenlijk op moeten stappen om ons steentje bij te dragen?
Tot slot
Hopelijk is het een geruststellend idee dat iedereen nog zoekende is hierin. Tegelijkertijd laat het zien dat er echt wat aan de hand is en dat we gezamenlijk aan de slag moeten gaan. Ik zie en sprak vooral bibliotheekorganisaties die bruisen van ambitie, creativiteit en bevlogenheid, die alles in huis hebben om kinderen en jongeren te blijven bereiken.
Mijn volgende opdracht doe ik bij de Vereniging Openbare Bibliotheken. Hier ga ik me bezig houden met de wetswijziging en de aankomende lokale verkiezingen. Ik hoop bij te kunnen dragen aan een sterkere verbinding tussen lokale en landelijke beleidsontwikkeling én belangenbehartiging, en ik ga in ieder geval in de gaten houden of de lees- en mediavaardigheden van kinderen en jongeren goed vertegenwoordigd zijn in de lokale verkiezingsprogramma’s, coalitieakkoorden en meerjarenvisies.