Openbare Bibliotheek Amsterdam en scholengroep AMOS tekenen samenwerkingsovereenkomst voor 27 bibliotheken op school

Beeld: tekenmoment v.l.n.r. Elize Jong, Jonne Gaemers (namens AMOS), Lan May Khoe en Maarten Lammers (namens OBA). Fotografie: SeeitYourself, Jan-Kees Steenman

Vandaag ondertekenen de Openbare Bibliotheek Amsterdam (OBA) en de Amsterdamse koepel voor basisonderwijs AMOS een samenwerkingsovereenkomst voor een grootschalige samenwerking binnen het programma OBA op School. Doel van de samenwerking is het vergroten van leesplezier onder leerlingen, het verkleinen van kansenongelijkheid en het stimuleren van (digi)taalvaardigheid – essentiële bouwstenen voor wereldburgerschap.

Samen werken aan leesplezier op 27 basisscholen
De samenwerking tussen AMOS en de OBA omvat alle 27 basisscholen binnen de AMOS-koepel, verspreid over heel Amsterdam. Met zes van deze scholen werkt de OBA al samen. Vanaf 6 mei worden de overige 21 scholen gefaseerd aangesloten. In totaal krijgen zo’n 7.500 leerlingen toegang tot een rijk, actueel en divers boekenaanbod. Daarnaast worden ongeveer 780 onderwijsprofessionals binnen AMOS ondersteund – onder andere via leesmediaconsulenten van de OBA, die direct op de werkvloer helpen bij het vormgeven van de collectie en het leesonderwijs. Zo bouwen OBA en AMOS samen aan een stevige basis voor leesplezier, met duurzame aandacht voor kinderboeken, leesonderwijs en leesbevordering.

“Lezen is de sleutel tot ontwikkeling, tot begrip van de wereld en tot gelijke kansen,” zegt Elize Jong directeur Onze Amsterdamse School en lid van het Onderwijskennis Netwerk Amsterdam (ONA). “Met deze samenwerking bundelen we expertise en enthousiasme om lezen een centrale plek te geven op school.”

Wat merken leerlingen op school?
Wanneer een school start met OBA op School, gaan school en bibliotheek samen aan de slag met de zeven bouwstenen van de Bibliotheek op School (dBoS). Dat betekent onder meer: vaste leestijd in de klas, een inspirerende collectie boeken en leraren die vanuit eigen leeservaring leerlingen kunnen helpen bij het vinden van boeken die écht aanspreken. Want: zien lezen, doet lezen. Wanneer een leraar meer kinderboeken kent, wordt het makkelijker om kinderen enthousiast te maken voor lezen.

Gerelateerde berichten