Door Wim Keizer
In mei/juni 2019 was ik op vakantie in Armenië en Georgië. Twee landen die ooit een koninkrijk in de Kaukasus waren, maar veel last hebben gehad van machtige buren zoals Perzen, Russen en Turken. De bewogen geschiedenis is te ingewikkeld om hier samen te vatten, maar wat Armenië betreft behoorde grofweg gezegd het westelijk deel sinds 1514 bij het Ottomaanse Rijk en het oostelijke deel, na Perzisch te zijn geweest, sinds 1828 bij het Russische Rijk (later Sovjet-Unie). In 1991 werd dit deel de republiek Armenië. Aan de oostkant ligt een zelfverklaarde republiek Artsach met de vroegere in Azerbeidzjan gelegen enclave Nagorno Karabach, waar veel Armeniërs wonen. Aan de zuidwestkant ligt een Azerbeidzjaanse enclave Nachitsjevan. De grenzen van Armenië met Iran en Georgië zijn open, maar die met Azerbeidzjan en Turkije zitten potdicht.
Vanuit de verrassend levendige Armeense hoofdstad Jerevan heb je mooi zicht op de majestueus besneeuwde berg Ararat, die een kleine en een grote top (5137 m) heeft. Armenië was één van de eerste christelijke landen. In het Armeense wapen staat de Ararat met een boot op de top: de ark van Noach. De Ararat is voor Armeniërs een heilige berg, maar ze kunnen er niet bij, want hij ligt in Turkije. Eeuwenlang hebben in het Ottomaanse Rijk Armeniërs en andere volken tamelijk vreedzaam naast elkaar geleefd. Daar kwam een bruut eind aan in 1915, toen het in verval geraakte Rijk, geregeerd door het driemanschap Enver Pasja, Djemal Pasja en Talaat Pasja, een nationalistisch Turkse koers ging varen en niet-Turkse volken verdreef en vermoordde. Dit is voor Armeniërs bekend geworden als de Armeense genocide.
Meteen de tweede dag van ons verblijf in Jerevan bezochten we het indrukwekkende genocidemonument met museum. Veel landen erkennen de genocide, maar dat geldt niet voor Turkije (ontstaan in 1923). Jaren geleden las ik het boek De veertig dagen van de Musa Dagh van Franz Werfel, oorspronkelijk geschreven in 1933. Dit boek, gebaseerd op ware gebeurtenissen, geeft een indringend beeld van wat Armeniërs overkomen is. Vorig jaar heb ik het herlezen en vond ik het nog aangrijpender, met de foto’s en films van het genocidemuseum voor ogen. Een heel goede aanvulling is het boek Bloedbroeders van journalist Sinan Can (Turkse afkomst) en acteur Ara Halici (Armeense afkomst). Samen proberen ze feiten te achterhalen over de genocide. Niet alle Turken hadden zich misdragen en niet alle Armeniërs waren onschuldige slachtoffers, maar hun conclusie is dat er wel degelijk genocide gepleegd is. De betrekkingen kunnen alleen verbeteren als er een waarheidsgetrouw geschiedbeeld zou kunnen ontstaan, ook in Turkije.
In zijn column over lezen, ‘Enthousiast’, verschenen in Bibliotheekblad 1- t/m 4-2020, vertelde Wim Keizer ter inspiratie waar hij al lezend door getroffen werd.
De column wordt voortgezet op de website.