Jaarlijks onderscheidt het Victorine van Schaickfonds publicaties op het gebied van het bibliotheek- en informatieterrein. Dit jaar waren er 26 inzendingen die mee hebben gedongen naar de Victorines 2020. Dit jaar werden drie prijzen én een oeuvreprijs uitgereikt tijdens het online KNVI event Smart Humanity 2020. Ook oud-hoofdredacteur van Bibliotheekblad Eimer Wieldraaijer viel in de prijzen. De prijsuitreiking is onder dit artikel te bekijken.
KNVI/Victorine van Schaickfonds prijs € 2500 en penning
Deze prijs werd uitgereikt aan Cornelis van Lit voor zijn publicatie Amond Digitized Manuscripts; Philology, Codicology, Paleography in a Digital World. Van Lit is islamoloog en oprichter van de Digital Orientalist, een online tijdschrift waarin kennis en ervaringen worden gedeeld over het gebruik van digitale tools in de geesteswetenschappen. De auteur gebruikt in zijn boek voornamelijk voorbeelden uit zijn eigen vakgebied, maar de doelgroep is veel groter dan die van de islamologen. Zijn boek kan worden gezien als een handboek voor de zelfvoorzienende geesteswetenschapper. Van Lit hoopt hiermee de traditionele scheiding tussen klassieke en digitale geesteswetenschappen op te heffen. Hij bespreekt uiteenlopende vaardigheden die van pas komen bij het doen van onderzoek, zoals het schrijven van pythoncode en het gebruik van IIIF. Ook geeft hij handreikingen voor het transcriberen van handgeschreven tekst, en metadatering met behulp van XML, JSON en JavaScript. Het mooie is bovendien dat het boek geheel open access is uitgebracht. Niet alleen zijn alle hoofdstukken te downloaden vanaf de website van de uitgever, ook alle bestanden, links en referenties met betrekking tot het boek zijn via het bijbehorende GitHub repository beschikbaar gesteld. Dit maakt het boek tevens een schoolvoorbeeld van open kennisdeling.
Scriptieprijs € 1500
Helena Schoeb won dit jaar de scriptieprijs met The simulacrum is true’ – on the digital materiality of virtual cultural heritage projects. Uit het juryrapport: ‘Imagine, if you will’, zo begint de scriptie van Helena Schoeb. Met dit uitnodigende gebaar zet zij de lezer meteen op scherp, immers, verbeelding en wetenschap zijn voor velen elkaars tegenpolen. Vervolgens dompelt Schoeb de lezer onder in een zestiende-eeuwse verfwinkel in Amsterdam: de wereld van de bekende renaissanceschilder Dirck Barendsz. Het blijkt een korte beschrijving van een semifictieve Virtual Reality-ervaring. VR bestaat al geruime tijd, en hoewel het voor veel mensen steeds normaler is geworden, laat het gebruik van VR binnen culturele erfgoedinstellingen nog te wensen over. In deze scriptie laat Schoeb zien wat de toegevoegde waarde is van VR voor het open en toegankelijk maken van de museumdepots, bibliotheken en archiefinstellingen. Naast het in kaart brengen van de uitdagingen en mogelijkheden van de techniek via verschillende voorbeelden, richt Schoeb zich vooral op de filosofische vraag wat een digitale reconstructie betekent voor de materialiteit van het oorspronkelijke object en de nieuwe werkelijkheid. Op heldere en overtuigende wijze legt Schoeb uit dat digitale materialiteit verder reikt dan empirische of technische discussies en gezien moet worden als het resultaat van een interpretatief proces van perceptie en performance. Hoewel de discrepantie tussen verschillende perspectieven volgens Schoeb zal blijven bestaan, kan een succesvolle implementatie van digitale materialiteit en digitale sensualiteit binnen het cultureel erfgoed leiden tot een meer toegankelijk, emotioneel impactvol en collectief gedeeld geheugen waarin historische feiten en subjectieve verhalen uit het archief elkaar versterken.
Initiatiefprijs € 2000
De initiatiefprijs gaat naar het team van De Intro, de muziekbibliotheek van Genk in België. De jury is onder de indruk van de wijze waarop op een eigentijdse manier de functie van de muziekbibliotheek neergezet wordt. Ook in Nederland staat deze tak van bibliotheekwerk sterk onder druk. Collecties cd’s zijn opgeheven. De nieuwe mogelijkheden van streaming zijn weliswaar beschikbaar, maar de vraag is onvoldoende beantwoord of dit de uitleenfunctie van cd’s geheel kan vervangen voor alle doelgroepen waar de bibliotheek voor staat. Het op een enthousiasmerende wijze muziek onder de aandacht van de bibliotheekgebruiker brengen is ook een manier om in Nederland de wettelijke taak uit de WSOB Kennismaken met kennis en cultuur uit te voeren.
Oeuvreprijs
Het Victorine van Schaickfonds eert bij uitzondering mensen die door de omvang van hun schrijfwerk in het bibliotheek- en informatievak opvallen. Dit jaar viel die eer te beurt aan Eimer Wieldraaijer. Hij was sinds 1999 hoofdredacteur van Bibliotheekblad en nam in de loop van dit jaar – door de coronacrisis – stiller afscheid dan gehoopt. Dat stille afscheid is onterecht. Want zo turbulent als de afgelopen decennia zijn geweest voor openbare bibliotheken, zo turbulent was het ook voor Bibliotheekblad, het vakblad voor deze sector. Het blad moest in de afgelopen twintig jaar een weg vinden in verdergaande digitalisering terwijl er tegelijkertijd steeds minder bibliotheekstichtingen en bibliotheekmedewerkers waren. De kurk waarop men dreef werd kleiner. Het blad heeft in die twintig jaar drie eigenaren gekend: de VOB, de NBD en nu KBenP. Ook dat tekent de turbulentie. Er was weinig voor nodig geweest om ergens in dit geweld een vakblad kopje onder te laten gaan. Eimer is een zachtmoedige ondernemer, maar wel degelijk een ondernemer, en op momenten dat het nodig was, nam hij het initiatief om te zorgen dat het blad op het juiste moment onder de juiste vleugels kwam. Wieldraaijer was in die ruim twintig jaar een zeer betrokken hoofdredacteur die ook zelf zorgde voor tal van artikelen, interviews en commentaren. Een meewerkend voorman in hart en nieren die geloofde in de mensen die samen met hem het blad maakten en hun ook alle ruimte gaf. Eén van zijn grote verdiensten is de opzet van de verkiezing van de Beste Bibliotheek en Beste Bibliothecaris van Nederland. Het heeft ervoor gezorgd dat het imago van bibliotheken op een plezierige en licht competitieve wijze onder de aandacht kwam. Trotse wethouders kwamen vaak mee naar de uitreiking en bibliotheekorganisaties droegen fier de titel ‘Beste Bibliotheek’.
Wieldraaijer was in staat om de branche zelf te laten spreken. In zijn vele portretten, bibliotheekbeschrijvingen of bibliotheekreizen liet hij vooral vakmensen zelf aan het woord. Hij had wel degelijk een eigen mening, maar daar draaide het niet om in zijn blad. Hij was meer de voetbalverslaggever dan de voetbalanalyticus, om het in de termen van deze gewezen chef sportredactie aan te duiden. Het verslag moest de lezer zelf zijn conclusie laten trekken. Hij was een vakman bij een vakblad. Met Bibliotheekblad heeft hij twintig jaar verslag gedaan als vakman over een ander vak. Twintig jaar lang over de heruitvinding van het bibliotheekwerk. Van klassieke bibliotheek naar digitale bibliotheek en van klassieke bibliotheek naar maatschappelijk-educatieve bibliotheek. Terwijl de bibliotheek zich transformeerde, veranderde het vakblad evenzeer.
Het Victorine van Schaickfonds is Eimer Wieldraaijer erkentelijk voor deze langdurige inzet die op uiterst deskundige en vooral plezierige en benaderbare wijze werd ingevuld. Het kent Eimer Wieldraaijer om die reden de Victorine van Schaick Oeuvreprijs toe voor zijn oeuvre en inzet. Aan de oeuvreprijs is geen geldbedrag verbonden.
Meer informatie over het Victorine van Schaickfonds is te vinden op www.knvi.nl/victorine
De prijsuitreiking is hieronder te zien.