Amsterdam noemt in nieuwe Datastrategie ook rol voor de OBA

De gemeente Amsterdam geeft in haar op 19 januari verschenen nieuwe Datastrategie aan nieuwe, duidelijke richtlijnen te willen voor bedrijven en overheden over het gebruik en opslaan van de data van en over Amsterdammers. Ook wil het stadsbestuur dat er meer open data beschikbaar worden gemaakt. De bedoeling is dat Amsterdammers zoveel mogelijk inzicht en zeggenschap krijgen over wat er over hen verzameld wordt, onder andere door het ontwikkelen van een zogeheten ‘verwijder-mijn-data-knop’ . En ook moeten de beschikbare data op een verantwoorde manier door de stad worden benut.

De gemeente stelt dat analyse van data in positieve zin ingezet kan worden, bijvoorbeeld om informatie te delen over waar het druk is in de stad zodat men deze plekken kan vermijden, maar dat de voordelen die dit oplevert, niet ten koste mogen gaan van het recht op vrijheid en privacy van de burger. In de Datastrategie Amsterdam (pdf) worden daarom voor 2020 en 2021 18 acties genoemd met betrekking tot het opslaan en gebruik van data over Amsterdammers en over de stad door de gemeente zelf en door bedrijven. Deze acties moeten Amsterdammers meer zeggenschap geven over deze data en ervoor zorgen dat de beschikbare data op een effectieve manier en in het belang van de stad worden ingezet.

Het gaat dan bijvoorbeeld over hoe Amsterdammers digitale gegevens waar geen wettelijke verplichting of noodzaak voor is, met één klik kunnen verwijderen. Bijvoorbeeld met een ‘verwijder-mijn-data-knop’. Bovendien wil de gemeente dat bedrijven en organisaties die data verzamelen in de openbare ruimte, bijvoorbeeld via camera’s of sensoren, dit gaan melden. Ook wil de gemeente zelf veel beter laten zien welke gegevens ze allemaal verzamelt en verwerkt, zoals informatie over parkeren, straatvuil, kapotte lantaarnpalen of van veiligheidscamera’s in de openbare ruimte en  Amsterdammers moeten de gemeente makkelijker ter verantwoording kunnen roepen als gegevens onterecht bewaard worden. Verder wil de gemeente dat Amsterdammers beter weten welke keuzes ze kunnen maken over hun data en wat voor invloed die keuzes hebben. Samen met de Openbare Bibliotheek Amsterdam wordt daartoe een publieksprogramma over datawijsheid ontwikkeld.

De gemeente geeft in de Datastrategie verder aan meer uit te willen gaan van het uitgangspunt ‘data over de stad zijn voor de stad’. Omdat voor het verzamelen van data vaker dure of specialistische apparatuur nodig is, is de gemeente steeds vaker aangewezen op bedrijven die gespecialiseerd zijn in het verzamelen van bepaalde soorten data. De gemeente wil dat in de toekomst bij het afsluiten van nieuwe overeenkomsten met deze digitale leveranciers wordt afgesproken dat de door hen verzamelde data altijd eigendom zijn van de gemeente, niet van het betreffende bedrijf. Zo kunnen data die met gemeenschapsgeld tot stand komen voor publieke doelstellingen en taken ingezet blijven worden. Die informatie zou zelfs openbaar  gedeeld moeten worden, zodat inwoners, onderzoekers, studenten en creatieve bedrijven op basis van die data toepassingen kunnen verzinnen.

Ook wijst de gemeente er in de Datastrategie op dat sommige personen of groepen ondervertegenwoordigd zijn in de datasets van de gemeente, wat gevolgen kan hebben voor hoe goed zij bediend worden door de gemeente, omdat hun situatie of behoeftes niet meegewogen worden in de besluitvorming. Een gespecialiseerd team gaat daarom komend jaar op zoek naar dit soort gaten in de data om te voorkomen dat sommige Amsterdammers niet dezelfde kansen of toegang tot dienstverlening krijgen, alleen omdat ze niet goed in de dataset vertegenwoordigd zijn.

Verantwoordelijk wethouder Touria Meliani (Digitale Stad & ICT) ziet de datastrategie als het kader om een balans te vinden tussen belangen van (individuele) burgers, bedrijven en overheden. Meliani zegt daarover tegenover Het Parool: ‘We moeten toe naar een data-economie die niet uitsluitend gedreven wordt door commerciële belangen, maar ook door andere waarden die we in Amsterdam belangrijk vinden: het waarborgen van digitale rechten, goed werkgeverschap, tegengaan van monopolies en bescherming van kwetsbare groepen. Amsterdammers moeten beter zelf kunnen bepalen wat er met data over hen gebeurt en wie daar toegang toe heeft.’

In de Agenda Digitale Stad 2020 beschreef Amsterdam al wat digitalisering haar inwoners brengt en hoe de gemeente de digitale rechten van haar burgers beschermt. De Datastrategie vertaalt de agenda door naar data.

In september 2020 lanceerde Amsterdam, als eerste gemeente in de wereld (samen met Helsinki), al een zogeheten algoritmeregister, een overzicht van de algoritmes die gebruikt worden bij de gemeentelijke dienstverlening, om haar inwoners zo beter inzicht te geven in de manier waarop gemeentediensten algoritmes gebruiken bij het verwerken van data en de mogelijkheid te bieden om feedback te geven om zo ‘te helpen om de algoritmes die de gemeente gebruikt beter, eerlijker en verantwoorder te maken’.

Geef een reactie
Gerelateerde berichten
Lees meer

De magie van voorlezen bij De Nationale Voorleeswedstrijd

(Video onder bericht) De start van een nieuw schooljaar, betekent ook de start van de nieuwe editie van De Nationale Voorleeswedstrijd. Stichting Lezen organiseert deze leesbevorderingscampagne voor de groepen 7 en 8 van de basisschool dit jaar voor de 32e keer en werkt daarbij samen met de Bibliotheken. Het doel van de campagne: bovenbouwleerlingen enthousiast maken voor (voor)lezen en hen in aanraking laten komen met jeugdliteratuur. Uit onderzoek blijkt dat kinderen vanaf groep 6 minder gemotiveerd raken om te lezen. Sommige experts denken dat dit komt doordat de nadruk bij het lezen steeds meer komt te liggen op lezen om te leren, in plaats van lezen voor je plezier. Maar ook andere factoren kunnen een rol spelen; leerlingen ontwikkelen een voorkeur voor andere media, zoals computergames, internet en sociale media. Verder heeft niet elke bovenbouwleerling het vloeiend lezen al helemaal onder de knie, waardoor tekstbegrip en leesplezier onder druk komen te staan. Uit de internationale meting PIRLS­2023 blijkt dat Nederlandse tien­jarigen ten opzichte van hun leeftijdsgenoten in andere landen en ten opzichte van voorgaande jaren slechter zijn gaan presteren op leesvaardigheid. Nederland bungelt inmiddels ook qua leesmotivatie onderaan de ranglijst. Voorlezen stimuleren in verschillende…