Tekst: Theo Knippenberg, uitgever van bulkboek sinds 1969.
Als kind was ik dolblij geweest met élke reden, ook Corona, om mijn tante niet te hoeven kussen. Maar ja, tante Ellie was mijn peettante. En bovenal was ze mijn ‘dealer’! Ze voorzag mij van boeken.Tante Ellie was namelijk bibliothecaresse. Ze bestierde een R.K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek. En vanwege tante Ellie waren de meeste boeken die ik als kind las schier-onverwoestbaar met dikke kartonnen kaften en zoveel extra stijfsel om het binnenwerk bijeen te houden dat de bladzijden kraakten bij het omslaan.
Bibliothecaresse was een gewichtige baan in die tijd. Tante Ellie heeft er zelf over geschreven. In een bundeltje met de treffende titel “STILTE!”.“De houten vloer met cocosmat kraakt onder de grote voeten van de bibliothecaresse, als zij met een knarsende sleutel de voordeur opent van de R.K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek anno 1930. Reeds heeft de assistent, ex-boekbinder, deemoedig haar duffelse mantel en hoed-met-pen aangenomen en aan de gekrulde kapstok gehangen. De oude dame neemt dan de tijd om met een kammetje uit de handmof haar rood-grijze haren te ordenen onder een netje. Critisch rondkijkend neemt zij vervolgens plaats in een armstoel onder de teksten met verboden: Voor den middag niet rooken. – Pijpen rooken verboden. – Niet hardop spreken. – STILTE!”
De verantwoordelijkheid van een bibliothecaresse honderd jaar geleden was zwaar. Niet alleen was het haar taak om de mensheid te verheffen middels goede lectuur, maar ook om diezelfde mensheid te behoeden voor verderfelijke boeken. En daarvoor had tante Ellie ‘het rooie kastje”, waarin de “gevaarlijke, niet voor iedereen geschikte lectuur” veilig werd opgesloten. Haar eigen relaas daarover sluit ik bij.
Net als voor tante Ellie staat dat rooie kastje met ´verboden boeken’ nogal centraal voor mij in de Bulkboek Post. Maar terwijl zij het als haar taak zag om het te vullen, haal ik het liever leeg. Want vóór je het weet…….In dezelfde jaren dat tante Ellie “Merijntje Gijzen” opsloot in het rooie kastje gingen onze buren namelijk een paar stappen verder. Op de Opernplatz in Berlijn belandden in 1933 veel boeken op de brandstapel, waaronder het werk van mijn favoriete kampioen van het vrije woord, Kurt Tucholsky.
Tucholsky schreef novellen, verhalen, gedichten, recensies, toneelkritieken, schetsen, chansons, reisverslagen en aforismen. En hij was vooral heel erg geestig. Wijlen mijn buurvrouw Annie M.G. Schmidt ´leende wel eens een idee´ van hem, bekende ze, net als Simon Carmiggelt en Godfried Bomans. Tegelijk hoort zijn vaakst ‘opgesloten’, verboden, verguisde en verbrande oeuvres ooit. Daarom als dagsluiter en woord-voor-de-zondag nog een leerzame tekst van Kurt Tucholsky over tante Ellie en jou en mij en al die anderen: De mens.
Alvast een fijn weekend!
Theo Knippenberg
PS: “De wormen, kind, altijd de wormen! Kikkers eten wormen; ooievaars eten kikkers; ooievaars brengen kinderen en kinderen hebben wormen. Dat is de kringloop van de natuur.” (Kurt Tucholsky).
Download hieronder:
E. Knippenberg – Het rooie kastje
Kurt Tucholsky – De Mens