In de spotlights: genomineerde specialist Jantien Borsboom

(Video onder bericht)

Tekst: Maarten Dessing

Jantien Borsboom werkt als projectleider KennisCloud en programmamaker bij het Digilab & de LocHal van Bibliotheek Midden-Brabant. Zij is dit jaar een van de drie kanshebbers om Beste Bibliotheekspecialist 2021.

Gefeliciteerd met je nominatie. Heb je het uitgebreid gevierd?
‘Het is natuurlijk heel erg leuk. Een supergrote eer. Maar ik was ook verbaasd. Toen ik het hoorde via een e-mail dacht ik: maar hoezo dan? Ik had me niet opgegeven. Niemand had ook verteld dat hij of zij mij heeft opgegeven. Toen ik er later een paar mensen naar heb gevraagd, ontkenden ze allemaal.’

De jury meldde dat veel voorgedragen kandidaten uit bescheidenheid niet genomineerd willen worden. Begrijp je dat?
‘Natuurlijk. Ik voel me soms ook ongemakkelijk om de aandacht op mijn persoon te richten. En alles wat ik doe, doe ik samen met anderen: de medewerkers van de bibliotheek, de medewerkers van het digilab, andere bibliotheken en bibliotheekorganisaties, hogescholen en universiteiten, organisaties en community’s uit de stad, echt heel veel partijen. Daarnaast is de bescheidenheid typisch voor deze sector. Bibliotheken doen superveel – en allemaal echt onwijs creatief. Maar we durven er niet over op te scheppen. We communiceren er niet genoeg over en we communiceren er te voorzichtig over.’

Superveel creatiefs. Waar denk je aan?
‘Veel bibliotheken hebben inmiddels een digilab of medialab om op een andere manier kennis te delen: door te maken en te doen. En als ze het niet hebben, organiseren ze wel CoderDojo-workshops. Ook krijgen de bibliotheek een steeds grotere rol als podium voor het maatschappelijk debat. Omdat het neutrale grond is, kunnen alle meningen er een plek krijgen. Ten derde werken bibliotheken steeds meer met community’s. De bibliotheek is een third place geworden, waar mensen zelf dingen organiseren en kennis naartoe brengen.’

Schep jij op persoonlijk vlak wel op over al deze ontwikkelingen? Straal je trots uit je op vak? ‘Absoluut. Het is zelfs mijn werk. Ik zoek met zo veel mogelijk community’s in de stad contact. Zet zo veel mogelijk samenwerkingen op. Ik probeer iedereen die specifieke kennis en vaardigheden heeft de bibliotheek binnen te halen. Zelfs als ik in de trein met iemand in gesprek raak, zoals laatst gebeurde. Ik bleek naast een vleermuisexpert te zitten, die met een systeem van vrijwilligers werkt die eens in de zoveel tijd met een rugzak vol apparatuur de stad in trekken om vleermuizen te tellen. Toen vertelde ik over ons project met de Internet of Things-community en de mogelijkheid om daarmee meetkastjes op te hangen. Zo kon er vanzelf weer iets nieuws ontstaan. Maar bij al die gesprekken valt me op dat mensen geen idee hebben dat de bibliotheek dat allemaal doet. Ook als ik op feestjes vertel over mijn werk. Midden-Brabant heeft al sinds 2013 een digilab en toch weten veel mensen dat nog steeds niet.’

Terug naar het begin. Hoe ben je in de bibliotheeksector terecht gekomen?
‘Ik ben van opleiding computeranimator. Ik heb kunstacademie gedaan en heb daarna in die wereld gewerkt. Ik heb een 3D-animatiefilm gemaakt, met andere filmmakers samengewerkt, ge-vj’d bij theaters en circusshows. Later kwam ik bij het Incubate-festival in Tilburg terecht, dat draaide om muziek, beeldende kunst en film, en ging ik steeds meer organiseren. Voor mijn gevoel deed ik zo twee verschillende dingen: met de computer van alles maken én dingen organiseren. Maar toen ik de vacature zag voor medewerker van het digilab, dacht ik: daar komt het allemaal samen. Bovendien kon ik in die functie mensen meenemen in de wereld van de technologie. Ook dat vind ik belangrijk.’

Hoe bedoel je?
‘De digitalisering gaat snel. Er gebeurt ook heel veel, het is voor mensen moeilijk te volgen. En ze hebben vaak een aversie tegen computers. Dat had ik vroeger zelf ook, tot ik op de kunstopleiding een extra vak motion capture animatie volgde en helemaal gewonnen was voor alles wat je met de computer kan maken. De kunst is dus om het zo toegankelijk en makkelijk mogelijk te maken zodat mensen de eerste stap zetten. Hebben ze dat eenmaal gedaan, dan komt de rest vanzelf.’

Hoe heb je je ontwikkeld na je indiensttreding?
‘Ik was in eerste instantie medewerker van het digilab. Achter de balie mensen helpen en met hen in gesprek gaan. Heb je weleens een VR-bril op gehad? Wil je het proberen? Denk je dat dit toekomst heeft? En waarvoor dan? Zo ongeveer. Maar gaandeweg werd ik steeds meer programmamaker en is er een andere medewerker aangenomen, zodat ik me daarop kon focussen. Ik zorg nu dat we de juiste apparatuur hebben, dat alles up to date is en we allemaal programma’s organiseren. Daarvoor zoek ik veel samenwerkingen. Recent bijvoorbeeld deden we een project over fakenews en factcheking met de opleiding journalistiek van de Hogeschool Fontys. De studenten hebben een week lang in de bibliotheek vragen opgehaald: welke nieuws zou jij gecheckt willen hebben? Daarna gingen ze dat checken.’

Je bent ook projectleider KennisCloud geworden.
‘Al voor de bibliotheek verhuisde naar de LocHal werd nagedacht over andere manieren van kennis ophalen, kennis delen en kennis verspreiden. Daar is het digilab uit voortgekomen, maar ook wat toen nog de KennisMakerij heette: een proeftuinbibliotheek op een tijdelijke locatie. Met een heel team van programmamakers, ook van buiten, organiseerden we over steeds meer actuele maatschappelijke thema’s programma’s. Mét lokale partijen, dat was de essentie. Om een voorbeeld te geven: toen tiny houses opeens een hype werd, hebben we samen met de lokale community twee bijeenkomsten georganiseerd. Eerst een om te enthousiasmereen en informeren, om te laten zien wat het is. Daarna een vervolgevenement waarin allerlei experts antwoord gaven op alle mogelijke vragen. Daarnaast was er een online component, zodat iedereen ook buiten de bijeenkomst met elkaar in gesprek kon. Zo hebben we deze community op weg geholpen. Dit project was voor Tilburg en omstreken. Inmiddels is het landelijk opgepikt en ben ik als projectleider KennisCloud bezig de methodiek erachter te ontwikkelen en te delen. Want hoe doe je dat: alle organisaties, zzp’ers en professionele amateurs met specifieke kennis en vaardigheden bij elkaar brengen en zo samen maatschappelijke vraagstukken aan te pakken? Het project is dan ook niet meer van ons, maar van de sector zodat we de methodiek met elkaar kunnen uitwerken.’

Ben je zo op je plek dat je je hele carrière in de sector blijft?
‘Dat weet ik niet. Voorlopig vind ik het geweldig. Bij Bibliotheek Midden-Brabant krijg ik echt de kans om me te ontwikkelen en te groeien. En om dingen uit te vinden en verder uit te werken die er nog niet zijn. Juist dankzij de noodzaak dat de bibliotheek zich meer dan ooit moet aanpassen om bij te blijven bij de digitalisering van de samenleving. En wat voor mezelf belangrijk is: ik heb hier het gevoel dat ik iets bijdraag aan de maatschappij.’

Wat kan de bibliotheeksector doen om de kans te vergroten dat je tot aan je pensioen blijft?
‘Ik mis een landelijke samenwerking. Als je je nu niet meer verder kan ontwikkelen binnen de lokale bibliotheek waar je werkt, is de enige weg: andere baan zoeken. Dat is jammer. Je zou willen dat je je dan binnen bibliotheekoverstijgende projecten kunt inzetten, en dat er meer landelijke kennisuitwisseling zou plaatsvinden.’

En dus moet de VOB of KB wat?
‘Nou, je moet het ook zelf doen. We zijn daarom met een aantal mensen uit verschillende bibliotheekorganisaties gestart met het Community Librarian Netwerk. Veel community librarians zijn eenlingen in hun organisatie. Via dat netwerk kan iedereen toch met gelijkgestemden sparren over het werk. We hebben een keer per halfjaar een bijeenkomst, de laatste tijd vooral online, waarin community librarians uit het hele land de kans krijgen een casus te bespreken, te vertellen waar hij of zij tegenaan loopt, daar vragen over te stellen. Heel tof. Binnen dat netwerk denken we óók na over de vraag hoe we de uitstroom van jonge mensen kunnen voorkomen. Een idee is om vacatures bij andere bibliotheken binnen de sector beter zichtbaar te maken. Dat is deels al gelukt via het BiebtoBieb-platform. Ook zouden we het graag mogelijk maken om tijdelijk voor een project bij een andere bibliotheek aan de slag te gaan zonder dat daarvoor heel ingewikkelde loonconstructies voor moeten worden gebouwd. Maar dat moeten we nog uitwerken.’

Tot slot: hoe ga je campagne voeren?
‘Naast het filmpje wil ik het via sociale media verspreiden – via mijn eigen kanalen en die van de bibliotheek. Ook wil ik de vele samenwerkingspartners van de afgelopen jaren benaderen. Onder het motto, omdat we altijd zo nauw hebben samengewerkt: een stem op mij is een stem op jezelf. Want zonder hen had ik het niet gekund.’

Geef een reactie
Gerelateerde berichten