De Koninklijke Bibliotheek (KB) geeft in een verklaring aan solidair te zijn met de Black Lives Matter-protesten tegen discriminatie en racisme en met het oog daarop ook kritisch te willen kijken naar eigen organisatie en collectie. De KB stelt zich als nationale bibliotheek te willen inzetten voor een meer inclusieve samenleving. ‘Een samenleving waarin we elkaar verstaan en begrijpen, waarin iedereen zich gewaardeerd en geaccepteerd voelt, en waar ieder mens meedoet en zich kan ontwikkelen tot wie hij of zij wil zijn. Daarom vinden we het belangrijk ons uit te spreken,’ aldus de KB.
De KB geeft aan ook kritisch naar eigen organisatie en collectie te willen kijken. ‘Ook wij hebben ongetwijfeld blinde vlekken, institutioneel, systemisch en/of historisch van aard. De BLM-beweging inspireert ons die reflectie niet langer uit te stellen. Voor racisme is geen plaats in onze samenleving, in onze organisatie en in onze collectie,’ aldus de KB.
De KB zegt het statement van de International Federation of Library Associations (IFLA) Racism Has No Place in the Society. Libraries are Working to Build te onderschrijven, alsmede het (uit 2006 stammende) IFLA-manifest De Multiculturele Bibliotheek (pdf) In een update heeft de KB later de volgende verklaring toegevoegd: ‘Naar aanleiding van de onduidelijkheid die het onderstaande bericht heeft gecreëerd, willen wij graag het volgende glashelder maken: wij verwijderen geen boeken uit onze collectie. Ook geen boeken die naar de maatstaven van vandaag als controversieel kunnen worden gezien. In het kader van het maatschappelijke debat over racisme en ongelijkheid krijgen we de nodige vragen over onze collectie en ons collectiebeleid. De collectie van de KB is pluriform en laat zien hoe nu en vroeger werd gedacht. Het verwijderen van boeken uit de collectie van een nationale bibliotheek verhoudt zich niet met deze principes. Onze collectie kan volgens ons juist een waardevolle rol spelen in dit debat, onder andere voor onderzoek, publieksprogrammering en tentoonstellingen. Zo hopen wij bij te kunnen dragen aan een dialoog die leidt tot een meer inclusieve samenleving.’