Klassiekers blijven de norm in literatuuronderwijs, maar docenten raden leerlingen diverser lezen aan

Op de foto staan onderzoekers Maaike Koffeman (links), Jeroen Dera en Lindsay Janssen (rechts), samen met interviewer Hasna El Maroudi voor de opname van De Leescast, een podcast van Stichting Lezen

Multatuli, Goethe en Shakespeare zijn nog altijd vaste waarden in de literatuurlessen van het vwo. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van letterkundige Jeroen Dera en collega’s van de Radboud Universiteit, uitgevoerd in opdracht van Stichting Lezen. Docenten Duits, Engels, Frans, Nederlands en Spaans kiezen in hun lessen vaak voor canonieke teksten – klassiekers die al generaties lang als cultureel en literair belangrijk gelden – maar adviseren hun leerlingen buiten de les juist eigentijdse boeken te lezen.

Het onderzoek laat zien dat klassieke auteurs en overleden mannelijke schrijvers uit de dominante cultuur nog steeds de toon zetten in het literatuuronderwijs. Toch is er beweging: in hun tiplijsten voor leerlingen kiezen taaldocenten vaker voor hedendaagse, vrouwelijke en niet-westerse auteurs, zoals Hanna Bervoets, Isabel Allende en Bernhard Schlink.

“Het onderzoek laat zien hoe sterk het literaire erfgoed nog altijd doorwerkt in de klas,” zegt onderzoeker Jeroen Dera. “Maar ook hoe groot de betrokkenheid is van docenten die hun leerlingen eigentijdse, herkenbare én uitdagende teksten willen bieden. Die zoektocht naar verbinding en vernieuwing is waardevol voor het leesonderwijs.” 

Verschillen tussen taalvakken 
Het onderzoek, uitgevoerd onder docenten Duits, Engels, Frans, Nederlands en Spaans, laat zien dat in alle vakken de culturele erfenis zwaar weegt bij de tekstkeuze. Tegelijkertijd verschilt de afweging per vak: docenten Duits, Frans en Spaans letten sterk op moeilijkheidsgraad, terwijl docenten Nederlands en Engels vooral kijken naar herkenbaarheid, betekenis en actualiteit.

Bij hun keuzes vertrouwen taaldocenten vooral op eigen leeservaring en uitwisseling met collega’s. Docenten Engels gebruiken daarbij vaker online platforms en sociale media, terwijl docenten Nederlands zich meer laten leiden door traditionele literatuurkritiek. 

Ruimte voor vernieuwing 
Het onderzoek maakt zichtbaar hoe sterk het curriculum nog leunt op de canon, maar ook dat er ruimte is voor meerstemmigheid en eigentijdse perspectieven. Door leraren, schoolleiders en andere betrokkenen hiervan bewust te maken, wil Stichting Lezen het literatuuronderwijs stimuleren om het aanbod te verrijken. “Een diverser aanbod bevordert niet alleen leesmotivatie, taalvaardigheid en kritisch denken, maar helpt jongeren ook om de wereld én zichzelf beter te begrijpen,” zegt Tamar van Gelder, directeur van Stichting Lezen. “Lezen is daarmee een sleutel tot ontwikkeling, creativiteit en verbinding – waarden die wij bij Stichting Lezen dagelijks versterken in samenwerking met het onderwijs en de bibliotheeksector.”

Het onderzoek is hieronder te downloaden

Gerelateerde berichten