Blog: Er waart een afgod door de wereld; de verwoestende invloed van de techbedrijven en de gevolgen voor de schoolbibliotheek

Els Rademaker-Vos

Tekst: Els Rademaker-Vos, gepensioneerd (leidinggevend) bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst en tot 2006 consulent voortgezet onderwijs. Vanaf 2017 geeft zij colleges over nepnieuws voor de BMO. Uitgebreidere informatie over de auteur staat onderaan het artikel.

Het was januari 1995. Een grote aardbeving in Kobe. De medewerkers van de afdeling Inlichtingen van de Overijsselse Bibliotheek Dienst kregen juist op dat moment informatie over het Internet. De docent toverde op het scherm Netscape tevoorschijn. En daarna liet hij een lijst zien met namen van de slachtoffers van deze aardbeving! Dat was ongehoord en fantastisch. Iedereen was diep onder de indruk. En besefte dat de wereld veranderd was.

Die wereld: het waren niet langer meer allerlei losse landen. Maar het werd een verband. En dat was iets wat Marshall McLuhan al in 1959 beoogde met zijn uitdrukking: de aarde zou een Global Village moeten zijn. En de hippie Stewart Brand bedacht in de jaren 1967-1971 The Whole Earth Catalog. Dat was een soort vervolg op de encyclopedie van Diderot, samengesteld in de 18e eeuw door deze Franse geleerde.

Het was een romantische gedachte. En dat paste heel goed in de tijd van de hippies in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Waarin gemeenschap vormen heel belangrijk was. Het kreeg zijn  daadwerkelijke vervolg in het internet. Een wereldomspannend systeem waarin je kon meeleven met het verdriet van de mensen in Japan.

Toen ik 4 maanden in Australië verbleef in 1971 bij mijn geëmigreerde familie kon je wel telefoneren met het thuisfront maar dat was veel te duur. Luchtpost: daar was je op aangewezen en in bijzondere gevallen stuurde je een telegram. Terwijl we toch al mensen naar de maan hadden gebracht in 1969.

En daar kwam rond 1995 de doorbraak van e-mail. Geweldig uiteraard. Nog meer verbinding met elkaar. Internet ging in het bibliotheekwerk een steeds grotere rol spelen. De uitlening werd geautomatiseerd en liep via internet. Vragen werden meer en meer beantwoord met zoekmachines. En er waren er wel een paar, totdat een heel machtig werd: Google.

Dat alles kreeg ook invloed op het onderwijs. Het moest aangepast worden aan deze nieuwe technologische ontwikkelingen. In 1998 werd de Tweede Fase in het onderwijs ingevoerd. Bekend als Het Studiehuis. Leerlingen kregen meer zelfstandigheid in het leren. ICT werd daarbij in ieder geval heel belangrijk. Maar hoe moesten scholen omgaan met ICT? Er was geen expertise. En dus werd er een beroep gedaan op de Openbare Bibliotheek. Zou die kunnen helpen? Ja, dat kon die openbare bibliotheek. De bibliotheken zagen hierin ook een goede kans om betere contacten met het onderwijs te gaan onderhouden.

Dat lukte. Er werden schoolbibliotheken opgericht en ingericht. Bibliothecarissen gingen in scholen aan de slag om docenten en leerlingen te leren om te gaan met internet. Er kwam een landelijk vaktijdschrift voor medewerkers van schoolbibliotheken. Met als titel: Dossier kennis en media. Prachtig: het onderwijs aangepast aan de nieuwe tijd. En ik werd gevraagd op een school de nieuwe schoolbibliotheek op te zetten. En docenten te scholen om te gaan met de allernieuwste computers.

Maar was het allemaal zo prachtig? Ik herinner me uit die tijd dat leerlingen hun eerste opdracht met het internet moesten maken in het kader van CKV. Dat was een nieuw vak en het betekende: Culturele Kunstzinnige Vorming. Een scriptie maken over triptieken. Leerlingen wisten heel goed hoe ze plaatjes moesten kopiëren. En de werkstukken zagen er prachtig uit. Maar inhoudelijk was het niet goed en dus verdwenen de werkstukken in de prullenmand. Werkstukken maken alleen met informatie van internet was niet voldoende. Gelukkig waren er op die school ook boeken voorhanden met informatie. En een bibliothecaris die de leerlingen de weg kon wijzen. Bijvoorbeeld dat je op meer termen moest zoeken dan alleen het woord triptiek. Dat trouwens voor velen een onbekend woord was. Docenten en bibliothecaris werkten hierin goed samen.

ICT, Internet, het ging alles beheersen. Ik merkte als consulent Voortgezet Onderwijs vanaf 1992, dat scholen er over gingen denken hun bibliotheken met boeken af te stoten. De gedachte kwam op dat we immers alles konden opzoeken via Google. De rol van bibliotheken in de informatiebemiddeling kwam steeds meer onder druk te staan. Ook vanwege bezuinigingen op het bibliotheekwerk vanuit de gemeentes. En ook in het onderwijs hoorde je steeds meer het idee dat kennis er niet meer toe doet. We kunnen immers alles opzoeken via de zoekmachines. Ik vond en vind dat een gevaarlijke ontwikkeling. Want wie controleert of de informatie klopt die je vindt op internet? Er is geen redactie zoals bij uitgeverijen die toeziet op de juistheid. Nee: internet is immers een anarchistische gemeenschap. Dat was juist het romantische ervan. Geen centraal orgaan dat stuurt.

Maar het bleef niet bij zoekmachines alleen. Er kwamen andere ICT toepassingen. Mogelijkheden om met elkaar te chatten, of jezelf voor te stellen op internet met foto’s, bijvoorbeeld. En een voorloper van Facebook verscheen toen al. Prachtig allemaal maar….

Mijn ogen werden geopend toen ik hoorde op een school waar ik bezig was de schoolbibliotheek op te zetten dat er een leerlinge via internet was gepest. Ik zie haar nog zitten, helemaal in tranen en de directie had daarop in mijn ogen een slap antwoord. En, hoorde ik ook tijdens een informatiedag van de Stichting Kinderconsument in 2005, dat je beter maar niet bepaalde foto’s op internet kon zetten omdat daarmee gemanipuleerd kon worden. Door mensen die kwade bedoelingen hadden. Er werd verteld over een website waarin je jezelf kon voorstellen door middel van foto’s. Daarop konden mensen reageren, bijvoorbeeld mannen. En dat gebeurde ook. Er waren verschillende gevallen bekend van meisjes die een afspraak maakten. Maar dat liep niet goed af. Een geval van ontvoering had destijds Nederland in zijn greep. Een aanwezige basisschooldocent vertelde tijdens die bijeenkomst dat een leerling op zijn school ook gepest was. Toen zag ik dat ICT heel interessant is maar dat er ook schaduwkanten aan zitten.

In 2008 veranderde de wereld plotsklaps. De bank Lehman Brothers ging failliet. Dat had grote financiële gevolgen. Aan alle kanten moest er bezuinigd worden. Ik weet nog dat ik dacht: de bibliotheken, muziekscholen die zullen het slachtoffer worden. En inderdaad bibliotheken werden gesloten. En ook muziekscholen trof datzelfde lot. Die bezuinigingen gingen verder onder het kabinet Rutte I. Cultuur was het slachtoffer. Bibliotheken werden geschaard onder het kopje cultuur. Maar het is ook een centrum van kennis. En dat werd vergeten.

Een merkwaardig iets. Gemeentebesturen moeten bezuinigen door de crisis die er is. Dat, denken ze, kunnen we doen door de bibliotheken te sluiten. Er worden toch alleen maar eenvoudige boeken uitgeleend. En kennis dat vinden we wel op internet. En dan kunnen we ook wel volstaan in de vestigingen die er nog zijn met vrijwilligers. Of wat uitleenpunten in kleine woonkernen. De opleiding tot HBO bibliothecaris verdween. Dat betekende dat het personeelbestand in de bibliotheken vergrijsde. Niet alleen in kwamen er meer en meer vrijwilligers in de openbare bibliotheek. Ook directies van scholen trokken en trekken vrijwilligers aan in de schoolbibliotheek. Een ook steeds meer schoolbibliotheken worden opgeheven. Er verschenen en verschijnen nog steeds in straten zogenaamde Minibiebs. Kleine kastjes met boeken, die mensen wilden weg doen. Als de openbare bibliotheek in jouw woonplaats verdwijnt, kun je toch nog lezen.

Lezen? Wat is dat? Heb je daar nog tijd voor? Dat is toch ouderwets? Kijk liever op je smartphone. Of zijn voorganger.

In 2007 kwam de eerst iPhone van Apple op de markt en sindsdien gaat het snel. En, wat nog belangrijker is, met bijbehorende toepassingen. De Tech bedrijven hebben niet stil gezeten en hebben allerlei programma’s ontwikkeld, waardoor mensen de hele dag en ook de nacht aan dit apparaat zijn gekluisterd. Om maar niets te missen van berichten. Om bezig te zijn te reageren op van alles via Twitter. En dat brengt niet het mooiste van mensen naar boven. Het gescheld is verschrikkelijk. En dan What’s app. De hele dag berichten versturen. Docenten die via dit medium berichten krijgen. Die verplicht worden hieraan mee te doen. Familieleden die in een dergelijk verband verbonden zijn. Op vakantie mededelingen naar huis zenden over hoe de vakantie verloopt of de reis. En als je niets hoort is Leiden in last.

WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN AL DEZE ONTWIKKELINGEN

Allereerst heeft het internet mensen bij elkaar gebracht. Als ik niet op LinkedIn had “gezeten” was ik niet in contact gekomen met een aantal mensen. Die contacten zijn voor mij althans heel waardevol. Dan had ik ook via email niet veel met anderen kunnen uitwisselen. Dat was allemaal veel moeizamer gegaan of helemaal niet. Dat zijn hele positieve ontwikkelingen.

Maar er is ook een hele grote, nare keerzijde. Aan alles zit een goede en kwade kant maar met ICT, internet vind ik die zwarte zijde wel heel erg groot. En daar zouden we veel dieper over moeten nadenken.

KENNIS DOET ER NIET MEER TOE

Deze zin hoor je de laatste tijd steeds meer. Ik heb het ook gehoord op scholen waar gezegd werd tegen mij: in het nieuwe onderwijs hebben we geen schoolbibliotheek meer nodig. Want we hebben google. Als je dan als leerling een opdracht moet maken kun je net zo goed gebruik maken van internet. Waarom zou je kennis moeten hebben als je alles kunt opzoeken? Natuurlijk zijn er altijd encyclopedieën, handboeken, woordenboeken, bibliografieën geweest. Ik werkte in een bibliotheek met een hele uitgebreide handbibliotheek (zoals dat werd genoemd) en een uitgebreide Quick Reference collectie. Dat zijn algemene woordenboeken maar ook woordenboeken op een specifiek terrein. Die kennis is voor een deel wel op internet te vinden. Maar als je geen kennis hebt, kun je ook de juiste informatie niet vinden. Als het onderwijs er toe overgaat te denken dat kennis er niet meer toe doet, dan kun je raar terechtkomen. Bijvoorbeeld je moet iets opzoeken over Napoleon en je hebt geen idee wie dat was. Ja dan wordt het een probleem. Of noem alle koningen die dezelfde voornaam hebben zoals Willem. Of als je niet weet wat de 17e eeuw is. Dit zijn een paar voorbeelden die te maken hebben met geschiedenis. Maar er zijn talloze voorbeelden te bedenken. Als je niets weet, of weinig, leef je in een wereld die je niet meer begrijpt. Je kijkt om je heen en je ziet gebouwen die uit andere tijden stammen. Als je niets weet kun je gemanipuleerd worden. Dat is heel ernstig. Er wordt op internet iets beweerd en je denkt: dat is waar want het staat op internet. Maar het is doelbewuste misleiding. Er zijn veel verschillende afzenders die jou willen manipuleren. Bijvoorbeeld met betrekking tot de aanslag op de Twintowers 11 september 2001. Het doel van de misleiding is ondermijning van de (Amerikaanse) regering. Of bijvoorbeeld de aanslag op de MH 17 in 2014. Of nu in de Coronatijd. Complot denken viert hoogtij. Opvallend is dat het lezen van kranten ook afneemt. Men wil er geen tijd in steken, vindt de artikelen te lang en te moeilijk, kranten vindt men te duur, en je kunt alles zo op internet vinden. Ja, koppen en samenvattingen, misschien een artikel. Maar dat gaat ook moeilijker worden in verband met Europese auteursrechtregels. Ik ken zelfs docenten die geen kranten meer lezen. Men gunt zich er geen tijd voor. Ook zijn er scholen die de abonnementen op kranten hebben opgezegd. En ook geen abonnement meer hebben op de Krantenbank. Dan heb je toch het journaal? Ook dat wordt minder bekeken. TV wordt ingeruild voor Netflix enz.

Dit is wel een slechte ontwikkeling. Als mensen zich minder laten informeren, vatbaar zijn voor complot denkers, zich afkeren van de politiek en ook achter populisten aanlopen dan loopt onze democratie gevaar. Als het aantal mensen dat deelneemt aan verkiezingen minder wordt is dat een veeg teken. Dat komt omdat de Tech bedrijven zoveel van onze tijd opslokken. Dat was in 2005 al erg, maar is sindsdien nog veel erger geworden.

ONDERWIJS

Ook het onderwijs heeft te maken met de Tech bedrijven. In 2015 kondigde de staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker aan dat het onderwijs op de schop moest. Het was niet klaar voor de toekomst in 2032. Als ik dit hoor denk ik: dan moet je wel een grote glazen bol hebben om te weten hoe de wereld er in 2032 uitziet. Het plan beoogde het samenvoegen van vakken en gebruik maken van ICT. Maurice de Hond en Paul Schnabel hebben veel invloed gehad op dit plan. Ook dit plan ademende het idee dat kennis er niet meer toe doet. Er kwam veel kritiek en dus is het ingetrokken maar doorgegaan in curriculum.nu. Dat is de naam van dit nieuwe plan om het onderwijs te vernieuwen. Met bijbehorende website. Groepen docenten zijn bezig in werkgroepen de nieuwe vakken uit te werken.. Ook hierop is veel kritiek. Er wordt bijvoorbeeld beweerd dat er altijd schotten tussen vakken bestonden, dat leerlingen zouden klagen omdat ze dingen in verschillende lessen 2 keer hoorden enzovoort. Ik vind dat een raar verhaal. Want als ik geen rekenen had gehad, had ik de twee jaar solfège die ik twee jaar vanaf mijn achtste heb gevolgd niet begrepen. Want bij muziek maken komt er heel veel wiskunde aan te pas. Ik kan me van de middelbare school nog goed herinneren dat ik dank zij de lessen geschiedenis ook snapte hoe het in de kunst er aan toeging tijdens de lessen kunstgeschiedenis. Omdat die ten nauwste samenhangt met de tijd waarin die kunst ontstaat. Ik heb steeds het idee dat er een groep mensen is die willens en wetens tegen het zogenaamde ouderwetse onderwijs strijd. Alleen vanwege het feit dat het van voor het tijdperk van de Tech bedrijven is. Ik vind dat ICT gewoon in het onderwijs hoort maar we moeten niet de kennis weggooien. Dat zal onze maatschappij ernstig schaden. En niet vakken tot een grote brei laten samenvloeien. En ook geen vakken afschaffen zoals nu ook al gebeurt. Ik schrok van het feit dat er op een aantal scholen het vak muziek is afgeschaft. Het wordt niet geëxamineerd dus daar besteden we geen energie meer aan. Muziek: ach nou ja. Ik denk even aan de grote musicus Ton Koopman. Hij vertelde mij in een interview dat ik heb gehouden voor onze Zwolse wijkkrant De Diezerpoorter, dat als hij niet het vak muziek had gehad op de middelbare school hij niet die musicus was geworden die hij nu is. Want de muziekleraar had zijn liefde voor muziek aangewakkerd. Toen bleek zijn grote talent.

Kennis wordt dus niet meer gewaardeerd. Maar wel wil men meer aandacht voor ontwikkeling van de creativiteit en ook van meer sociale aspecten. Men wil dat leerlingen veel meer gewezen wordt op sociale vaardigheden en empathie. Dat zegt  Andreas Schleicher, directeur Educatie en Sociale Vaardigheden van de OESO, en volgens De Groene Amsterdammer, een erkend onderwijsdeskundige. Dit zei hij in een artikel in De Groene Amsterdammer, 8 mei 2019, nr.19-20.

Als ik zijn verhaal lees is mijn eerste gedachte: maar dat heeft het onderwijs toch altijd al gedaan? Aandacht geven aan omgaan met elkaar? Je moet toch altijd samenwerken? En docenten moeten letten op pestgedrag, hoe moeilijk ook. Daar gaan we toch onze kennis niet voor overboord gooien? Ik vind het eerlijk gezegd gevaarlijke ontwikkelingen.

Ook het nadrukkelijk wijzen op de ontwikkeling van creativiteit is iets heel merkwaardigs. Je kunt talent hebben voor bepaalde kunstuitingen, zoals hierboven geschetst over Ton Koopman, maar dat is niet iets wat je zo even doet. We kunnen ons geen voorstelling maken wat een musicus als Ton Koopman aan tijd heeft gestopt in zijn studie musicologie. Behalve het eigen maken van de theorie, het eindeloos studeren op muziekstukken en vervolgens het uitvoeren. Musici hebben al zijn ze afgestudeerd van het conservatorium nog steeds les. Er zijn mensen die denken dat als een musicus een werk van een componist voor zich ziet, hij dat meteen kan spelen. Helaas, dat is niet zo. Het kost veel tijd. Hetzelfde geldt voor schilders, schrijvers enzovoort. Daar is kennis voor nodig. Anders gaat het niet. En eindeloos geduld.

DIGITALE GELETTERDHEID

Een nieuw onderdeel van het “nieuwe” onderwijs is digitale geletterdheid. Een ontwikkelteam is bezig dit nieuwe vak in het nieuwe curriculum vorm te geven. In dit team zitten geen bibliothecarissen, want, wordt gezegd, die hebben geen onderwijsbevoegdheid. Maar de echt hoogopgeleide bibliothecaris heeft wel verstand van dit vak. We zagen het toen ik op scholen schoolbibliotheken ging inrichten. De kennis van ICT en het zoeken op internet was heel weinig aanwezig. En volgens onderzoeken is dat nog steeds zo. Dat vind ik heel bevreemdend omdat de ontwikkelingen al 20 jaar aan de gang zijn. Waarom niet gebruik maken van kennis die er is? Het is niet zo’n ingewikkeld verhaal als er nu van wordt gemaakt. De voorstellen zijn bijzonder wollig geformuleerd. Er wordt dus veel geld gestoken in iets wat wellicht op een handiger manier kan worden aangepakt.

LEZEN

Het jaarlijkse rapport De Staat van het Onderwijs 2019  vermeldt dat er minder wordt gelezen door scholieren. Zelfs wordt er gesproken van laaggeletterdheid. En het is er sindsdien niet beter op geworden.Veel bibliotheken zijn opgeheven. En er dreigen er nog meer om te vallen om de tekorten in de zorg op te vangen. Dit is dramatisch slecht. Wat wordt er op scholen aan lezen gedaan? Er worden nog steeds schoolbibliotheken opgeheven. En op PABO’s wordt het vak jeugdliteratuur niet overal gegeven. Zodat er basisschooldocenten afstuderen zonder voldoende kennis van jeugdliteratuur.

Universitair docent Jeroen Dera heeft een onderzoek gedaan naar de praktijk van de leeslijst.  (Jeroen Dera. De praktijk van de leeslijst. Stichting Lezen, 2019)

Dit is een belangrijk onderzoek. Het is interessant hoe klein de lijst met titels is die gelezen moeten worden. En de gelezen boeken zijn ook niet altijd de favorieten van de leerlingen maar van de docenten.

Het blijkt dat de openbare bibliotheek niet alleen belangrijk is vanwege de kennis die daar aanwezig is maar ook voor het bevorderen van lezen. En de adviezen die je daar kunt krijgen. Het probleem is dat er veel geschoolde medewerkers zijn ontslagen en vervangen door vrijwilligers. Dat is betreurenswaardig. De opleiding tot HBO bibliothecaris is al een tijd geleden opgeheven. We hebben hoogopgeleide bibliothecarissen nodig. Minimaal HBO niveau maar nog beter universitair geschoolde medewerkers. Dus geen vrijwilligers

TENSLOTTE

ICT is er. Daar kunnen, moeten en willen we niet omheen. Net zo goed als de boekdrukkunst verscheen is er nu ICT. Maar we moeten het niet tot een afgod maken. En de macht van de Tech bedrijven moet niet groter worden dan hij nu al is en liefst nog minder. ICT is een tool geen doel hoorde ik iemand zeggen. Daar sta ik achter. En laten we vooral niet kennis weggooien.

Samenvatting

•Het ontstaan van internet.
•De Tweede Fase en het begin van ICT in het onderwijs.
•De schoolbibliotheek.
•De gevolgen voor het leerproces.
•De gevolgen voor het lezen.

Over Els Rademaker-Vos:

Gepensioneerd bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst. Leidinggegeven aan diverse bibliotheken in Overijssel, daarna verantwoordelijk voor de trefwoordencatalogus. Collectie adviezen. Vanaf 1992 tot 2006 Consulent Voortgezet Onderwijs. Redacteur Dossier Kennis en media. Vanaf 2017 geven van colleges over nepnieuws en lid van de vereniging van mensen die in schoolbibliotheken werken (BMO)

1 reactie
  1. Beste Els,
    Het stuk van je is een uitgebreid, bijna korte geschiedenis, van de invloed van IT op het lezen in het voortgezet onderwijs.
    Aan die invloed zitten goede en kwade kanten maar of ze nou bepalend zijn voor ‘ ontlezing’ en laaggeletterdheid van jongeren is nog maar de vraag; er spelen vele andere factoren een rol zoals de veranderde visie over structuur , inhoud en vormgeving van het onderwijs.
    Wel baart het ons, BMO – de Vereniging van Mediathecarissen in het Onderwijs – ook grote zorgen dat vele middelbare scholen hun mediatheek/bibliotheek opheffen of laten inkrimpen tot afhaalloketten van boeken. Dit terwijl (inter)nationaal onderzoek keer op keer uitwijst dat een schoolbibliotheek/mediatheek met een professionele mediathecaris en goed geoutilleerd de schoolprestaties van leerlingen verbeterd.
    BMO is de enige beroepsvereniging voor mediathecarissen en bibliothecarissen in Nederland die in het VO en MBO werken die opkomt voor deze beroepsgroep en werkt aan professionalisering van het vak. Zo werden er door jou inderdaad een aantal workshops over Nepnieuws in 2017 voor BMO leden gehouden.

Geef een reactie
Gerelateerde berichten