Netwerkagenda centraal bij digitale KB/OB-directeurenbijeenkomst

Het gewenningsproces van een grootschalige digitale bijeenkomst hebben alle deelnemers bij het aanschuiven bij de online KB/OB-directeurendag op donderdagochtend 4 februari al achter de rug. Ruim twee weken daarvoor schoven veel van de aanwezigen nog aan bij het geheel digitale Nationale Bibliotheekcongres, eveneens georganiseerd door eventmanagementbureau SPITZ.

Tekst: Anne van den Dool

Waar men daar een dag lang kon kiezen tussen vele tientallen sessies, is de opzet van deze directeurendag relatief simpel: na een plenaire rondetafelbijeenkomst schuiven de ruim honderd digitale aanwezigen ieder aan bij twee vooraf door henzelf gekozen thema’s. Deze onderwerpen sluiten allemaal aan bij het hoofdthema van de ochtend: het harde werk dat wordt verricht aan de Netwerkagenda. In de sessies kan men concreter aan de slag met de eerste conceptversie van het document, dat in de plenaire startbijeenkomst nog eens uitgebreid wordt toegelicht.

Die toelichting wordt verzorgd door overkoepelende directeuren Lily Knibbeler (KB), Tineke van der Ham (SPN) en Anton Kok (VOB), met Ruben Maes als gespreksleider. Zij voeren dit gesprek vanuit een van de labs in de nieuwe bibliotheek in Utrecht, omringd door robots en 3D-printers. In een klein uur staan zij stil bij de drie maatschappelijke opgaven die in de Netwerkagenda worden geadresseerd: het bevorderen van geletterdheid en leesplezier, de inzet op digitale inclusie en digitaal burgerschap en het opzetten van het nieuwe landelijke programma Leven Lang Ontwikkelen. Daarnaast gaan zij gezamenlijk op zoek naar een motto voor de Netwerkagenda, om dit programma nog kernachtiger samen te vatten voor de binnen- en de buitenwacht.

Samen verder
Voor de drie directeuren is het bijzonder elkaar, na maanden van digitaal overleggen, weer eens in het echt te zien, laten zij desgevraagd weten. Allemaal hebben ze iets meegenomen om te visualiseren wat de Netwerkagenda voor hen betekent. Knibbeler trapt af met de afbeelding van een mensenstroom die zich in de vorm van een pijl opwaarts beweegt. ‘Samen ga je misschien niet sneller, maar kom je wel verder,’ licht ze toe. ‘Met deze Netwerkagenda kunnen we elkaar op de schouders nemen en hand in hand de toekomst tegemoet.’

Van der Ham heeft gekozen voor een schilderij dat op haar kantoor hangt, gemaakt door collega Nicole Hendriks. De verfstreken verbeelden een brug die verschillende eilanden in een uiterwaardengebied met elkaar verbindt – voor Van der Ham een mooie visualisatie van het uitgangspunt van de Netwerkagenda. ‘Wanneer je een brug wilt slaan tussen jezelf en een ander, vraag je iets van beide partijen,’ vertelt ze. ‘Dat besef is essentieel als je in netwerkverband met elkaar aan de slag wilt: je kunt niet alleen stilstaan bij je eigen wensen, maar moet ook bedenken wat je samen wilt bereiken. Die verbindende functie vervullen POI’s op dit moment al in het veld, als connectie tussen het landelijke en het lokale. Met de Netwerkagenda in de hand gaan we die verbindingen op nog veel meer manieren leggen.’

Kok kiest op zijn beurt niet voor een visuele, maar voor een auditieve illustratie van de Netwerkagenda. De saxofoonklanken van jazzmuzikant Sonny Rollins vullen even  de ruimte. ‘Dit fragment komt van van een cd waaraan ik zelf heb meegewerkt,’ zegt Kok met gepaste trots. ‘We hebben er destijds lang aan geploeterd, maar toen ik de cd eenmaal in mijn handen had, wist ik: hier hebben we het voor gedaan. Die beide aspecten horen wat mij betreft bij een intensieve samenwerking. En net als in een band of orkest treden sommige leden even op de voorgrond, maar uiteindelijk doe je het allemaal samen.’

Na deze introductie zet Jos Debeij, hoofd van de afdeling Bibliotheekstelsel bij de KB, kort de geschiedenis van de Netwerkagenda uiteen. Uit de recente evaluatie van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), die in 2015 van kracht werd, kwam een aantal verbeterpunten voort, waaronder de uitdrukkelijke wens om binnen het bibliotheeknetwerk intensiever met elkaar samen te werken. Met het Bibliotheekconvenant, en de concrete uitwerking in de vorm van de Netwerkagenda, wordt aan die roep gehoorgegeven: bijna tweehonderd bibliotheekprofessionals door het hele land schreven mee aan de conceptversie, waarin de drie opgaven en de bijbehorende negen stelselopgaven uitgebreid worden toegelicht.

Soepeler onderhandelen
Die drie opgaven staan ook centraal in het gesprek tussen de drie directeuren aan tafel, die worden geprikkeld met drie video’s over de dagelijkse praktijk van bibliotheekdirecteuren, elk met de focus op een voor hen extra relevant thema. Het eerste verhaal is van Roel Zuidhof, die vol trots zijn nieuwe vestiging in Nijkerkerveen laat zien. Die vernieuwing is er niet zomaar gekomen: hij heeft die weten te bekostigen met Asschergelden en een handreiking van de gemeente.

Zuidhof laat zich optimistisch uit over de instrumenten die hij in handen heeft om in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 met de lokale politiek in gesprek te gaan: niet alleen het succes van zijn moderne bibliotheekvestiging, maar ook het Bibliotheekconvenant en de bijbehorende Netwerkagenda. Met dat document op tafel lijkt de onderhandeling met wethouders nu al soepeler te verlopen, merkt hij.

Een boodschap die de directeuren aan tafel goed doet, maar die ook wordt genuanceerd. ‘Wij krijgen ook berichten van bibliotheken die zeggen: sommige ambtenaren willen niets met zo’n landelijk document te maken hebben,’ aldus Kok. ‘De Vereniging van Nederlandse Gemeenten kan een richting aanwijzen, maar legt niets op.’

En toch blijven veel gemeenten steeds meer taken bij de bibliotheek beleggen, ziet de VOB-directeur. ‘Er worden al jaren zogeheten kaasschaafbezuinigingen doorgevoerd: steeds een onsje minder, terwijl er wel steeds meer van de bibliotheek gevraagd wordt. Dat heeft inmiddels een grens bereikt. Met de Netwerkagenda pleiten we voor standaardfinanciering, met een vast bedrag per inwoner.’

Dat zorgt er ook voor dat bibliotheken hun ogen meer op de toekomst kunnen richten, legt Knibbeler uit. ‘De continue vraag die bij bibliotheken leeft, is: krijgen we deze financiering volgend jaar ook nog? Die vraag past niet bij de grote, complexe vraagstukken waarmee de bibliotheek te maken heeft.’

Daarom raden Kok, Knibbeler en Van der Ham aan om zo vroeg mogelijk het gesprek met de lokale politiek aan te gaan, en deze – met de Netwerkagenda in de hand – te verbinden aan de landelijke lobby. Daarbij kan de co-creatie met bewoners een doorslaggevende rol spelen.

Olievlek
Dan is het woord aan Geja Olijnsma, sinds kort trotse eigenaar van PLEK 3: een ruimte waar kinderen spelenderwijs kunnen leren over onder meer techniek en duurzaamheid, gehuisvest in de Venlose bibliotheek. Zij kreeg het geld voor dit lab bij elkaar met dank aan projectgelden en een toeschietelijke gemeente, waarmee zij in de loop der jaren een goede band had opgebouwd – ‘niet alleen in mindere, maar ook in betere tijden,’ aldus de directrice zelf.

Haar verhaal maakt duidelijk wat de bedoeling is van de Netwerkagenda, aldus Knibbeler. ‘Je moet als bibliotheek niet wachten tot je in het verdomhoekje terechtkomt: je moet zelf aan de slag.’

Ook Van der Ham is fan van PLEK 3: ‘Dit is een initiatief dat we niet op twintig andere plekken moeten nadoen, maar dat zich als een olievlek moet uitspreiden over bibliotheekland. Daarbij is het niet de bedoeling dat elke organisatie PLEK 3 klakkeloos kopieert: spits zo’n plek toe op de behoeften van de lokale bewoners en politiek.’

Op die manier om je heen kijken kost tijd, realiseren ook Knibbeler, Van der Ham en Kok zich. ‘Je moet niet denken: wij zijn een bibliotheek met vier muren, en dit is hoe we het altijd hebben gedaan,’ aldus Kok. ‘Een succesvolle invulling van de Wsob vraagt om contact met de gemeenschap waarvoor je het doet.’

Landelijk uitrollen
Vervolgens is Rachel van den Hoogen, directeur van bibliotheek én POI Biblionet Groningen, aan de beurt. Zij wil de komende tijd nog sterker inzetten op een leven lang leren en ontwikkelen, met aandacht voor hen die zich een aantal basisvaardigheden nog eigen moeten maken. Eerder werd vanuit haar provincie Scoor een boek! uitgerold, een programma dat inmiddels landelijk succesvol is. Het is een mooi voorbeeld van een bibliotheekinitiatief met een grote maatschappelijke waarde, die gemakkelijk kan worden opgeschaald naar locaties door het hele land. Dat kan aan tafel op Van der Hams waardering rekenen. ‘Hierbij kunnen POI’s uitstekend helpen,’ benadrukt ze. ‘Zulke mooie initiatieven moeten we landelijk een kans geven.’

Toch blijft een onderliggende vraag: hoe krijgt de bibliotheek zulke programma’s gefinancierd?

‘Omdat bibliotheekmedewerkers zo gedreven zijn, is het soms lastig om te zeggen: voor dit geld doen we het niet,’ aldus Kok. ‘En toch moeten we als sector soms onze rug recht houden, al is het maar om aan samenwerkingspartners te laten zien dat we niet alles voor niets kunnen oppakken.’

Het is een onderwerp dat ook sterk leeft in de chat, die tijdens de plenaire sessie volop wordt benut. Bibliotheekdirecteuren door het hele land laten van zich horen, met name waar het de financiële onzekerheden van het bibliotheekvak betreft. Raquel García Hermida-van der Walle, directeur van de Bibliotheek Hoogeveen, merkt bijvoorbeeld op dat veel subsidies door bezuinigingen inmiddels niet meer kostendekkend zijn. Erna Winters, directeur van de Bibliotheek Kennemerwaard, voegt toe dat de ‘financiële kaars van de bibliotheek aan twee kanten opgebrand raakt’: enerzijds wordt steeds meer bezuinigd, terwijl de roep om meer specialistisch personeel anderzijds juist zorgt voor stijgende loonkosten.

Iedereen doet mee
De oplossing ligt volgens de driftig discussiërende directeuren vooral in het duidelijker laten zien van de opbrengsten van de bibliotheek, zodat die impact ook financieel wordt beloond. Een sterk motto voor de Netwerkagenda kan daarbij helpen. Nog voordat de brainstorm tussen de directeuren van de KB, VOB en SPN van start gaat, wordt gesuggereerd om het bibliotheekbrede motto te omarmen dat eerder door de marketingcommissie van de VOB werd geformuleerd: De bibliotheek als motor van een vaardige samenleving. Deze suggestie kan in de chat op bijval rekenen.

Toch wordt op basis van de woordwolk aan tafel nog even doorgefilosofeerd. In die wolk verschijnen onder meer de woorden ‘ontwikkeling’, ‘samenleving’ en ‘verbinding’ groot in beeld. De gezamenlijke component van de aangedragen woorden spreekt de drie directeuren aan. Ook zou Knibbeler in het motto de mens graag meer in beeld zien, en heeft dus een voorkeur voor ‘hart’ boven ‘motor’. Kok oppert als motto ‘Iedereen doet mee’. Ook die mogelijkheid kan aan tafel op geknik rekenen.

Het zijn de laatste woorden voordat de deelnemers ieder hun weg zoeken naar de eerste deelsessie. Nu eens niet dwalen van ruimte naar ruimte, maar aanschuiven met een simpele klik: ook de directeuren zijn er inmiddels aan gewend. Na twee beknopte discussierondes gaan ze ieder weer hun eigen weg – althans: ze gaan verder met hun werkzaamheden, achter hetzelfde scherm, aan dezelfde tafel, in hetzelfde huis. Hopelijk kunnen zij elkaar volgend jaar ook buiten de chat weer opzoeken.

Geef een reactie
Gerelateerde berichten