In zijn gisteren gepubliceerde advies over de culturele basisinfrastructuur adviseert de Raad voor Cultuur positief over de aanvragen van Stichting Lezen, De Schoolschrijver en De Schrijverscentrale voor de volgende beleidsperiode. Wel vindt de Raad dat de leesbevorderingsactiviteiten van deze instellingen doeltreffender op elkaar kunnen worden afgestemd. De Raad noemt de focus op leesbevordering ‘uiterst urgent’. De Raad voor Cultuur (RvC) adviseert in het Advies Culturele basisinfrastructuur 2021 – 2024 (BIS) (pdf) in algemene zin om meer instellingen met vernieuwend cultuuraanbod en instellingen van buiten de Randstadprovincies de kans te geven op een plek in de culturele basisinfrastructuur. De Raad ziet graag meer steun voor popmuziek, urban arts, musical en e-culture en spreekt over vernieuwing en verbreding van de BIS. Door extra oog te hebben voor de geografische spreiding van de BIS-instellingen wil de Raad de culturele infrastructuren over het hele land versterken. De Raad benadrukt verder dat binnen de culturele sector nog een wereld te winnen valt waar het gaat om de drie codes met betrekking tot Fair Practice, Governance (goed bestuur) en diversiteit en inclusie.
Waar het gaat om de letterensector adviseert de Raad positief over de aanvragen van drie bestaande BIS-instellingen: Stichting Lezen (bijna 2 miljoen euro), De Schrijverscentrale bijna 900.000 euro) en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (ruim 400.000 euro). Nieuw toegevoegd is De Schoolschrijver (500.000 euro), volgens de Raad van belang als een instelling met als kernactiviteit lettereneducatie voor kinderen in het primair onderwijs. De Schoolschrijver, De Schrijverscentrale en Stichting Lezen zetten in hun activiteitenplannen hoog in op leesbevordering, een focus die de Raad ‘uiterst urgent’ noemt. ‘Het belang van lezen voor de persoonlijke ontwikkeling, zelfs voor de gezondheid, kan nauwelijks worden overschat. Zorgwekkend is dat het aantal leesuren onder Nederlanders al jaren afneemt. Recent onderzoek wijst uit dat een op de vier jongeren van 15 jaar in Nederland, kans heeft op laaggeletterdheid. De raad wil benadrukken dat er voor leesbevordering nooit te veel aandacht en middelen kunnen zijn,’ aldus de RvC.
Wel vindt de Raad dat de leesbevorderingsactiviteiten van de genoemde instellingen doeltreffender op elkaar kunnen worden afgestemd en hij pleit voor een geïntegreerd letterenbeleid, waarbij Stichting Lezen, De Schoolschrijver en De Schrijverscentrale ‘de daaruit voortvloeiende beleidstaken de komende vier jaar ook uitvoeren’. Er zijn wat de Raad betreft dus nog wel enkele ‘mitsen’: er is nog nadere uitwerking nodig op het gebied van samenwerking (De Schoolschrijver en De Schrijverscentrale) en de literaire impact van het schrijversbezoek (De Schrijverscentrale). Met betrekking tot Stichting Lezen ziet de Raad nog graag een toelichting op hoe zij als kenniscentrum ‘de verbinding bestendigt met de praktijk en de leesbevorderaars, vooral met betrekking tot de onderzoeksagenda en de doorlopende leeslijn’ en ziet hij graag een toelichting op de landelijke coördinerende taak van Stichting Lezen, mede in relatie tot de stakeholders. De Raad zou verder graag zien dat de instelling ook een campagne ontwikkelt die gericht is op het belang van het literaire lezen, maar waarschuwt er tegelijkertijd voor dat Stichting Lezen niet te veel moet willen doen.
De Schoolschrijver, de Schrijverscentrale en Stichting Lezen reageren verheugd op het advies. Stichting Lezen noemt het positief dat de Raad in zijn advies over de instelling (pdf) het belang van leesbevordering en de waarde van het culturele lezen benoemt en positief is over de doorgaande leeslijn. Stichting Lezen, die stelt leesbevordering de komende jaren een nog sterkere impuls te willen geven met het aangekondigde Leesoffensief, voegt eraan toe: ‘De Raad voor Cultuur en de Onderwijsraad stelden eerder al in Lees! dat zij de oplossingen voor ontlezing en laaggeletterdheid niet alleen zoeken in cultuur- en letterenbeleid, maar daarbij ook het onderwijsbeleid willen betrekken. Opnieuw laat de raad weten dat de ondersteunende instellingen uit de culturele basisinfrastructuur, waartoe Stichting Lezen behoort, niet alleen de volle last van dit probleem op de schouders kunnen nemen. Wij steunen het voorstel van de raad voor een integrale oplossing, waarbij er een nauwe samenwerking komt met de onderwijspoot van OCW. Wij zullen ons hiervoor, ook samen met de andere lettereninstellingen en onze partners in de Leescoalitie, zeker blijven inzetten.’
De Raad brengt advies uit over jaarlijks bijna 200 miljoen euro aan cultuursubsidies voor de instellingen die worden gerekend tot de zogeheten culturele basisinfrastructuur. Op Prinsjesdag maakt verantwoordelijk minister Van Engelshoven haar besluit over toekenning van de subsidies voor de komende vier jaar bekend.