Tekst: Janneke Krommendijk werkte ruim 46 jaar in de bibliotheekwereld. 25 jaar als assistent-bibliothecaresse bij de bibliotheek Almelo en daarna 22 jaar als mediathecaris op OCG Reggesteyn in Nijverdal. Ze vindt het eeuwig zonde als kennis verloren gaat…
Columnisten / bloggers schrijven op persoonlijke titel en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.
Ondanks al het tumult in de wereld om ons heen over tarieven, dalende beurskoersen en meer onheil toch iets om blij van te worden. Allereerst natuurlijk de boekenmarkt, waar ik de vorige keer al over schreef. Het was een groot succes. Ik begon te vertellen over mijn lievelingsverhaal, nl. ‘Brommer op zee” van Biesheuvel. En een brommer op zee, dat kan natuurlijk niet. Maar in boeken komt zoveel voor wat normaal gesproken onmogelijk is en juist daarom zijn boeken zo interessant. Het maakte veel los bij de kinderen in de groep, het leek wel of hun fantasie op volle toeren werkte. We vlogen met de lift door het dak (Sjakie en de glazen lift), we doken twintig duizend mijlen onder zee (Jules Verne) en zagen zowaar Aliens om ons heen. Meer boektitels kwamen voorbij en spontaan verzonnen we er nog wat mogelijkheden bij. Niets leuker dan samen fantaseren!
Een levendig geheel al die jongens en meisjes van groep 5. En ook hun boekpresentaties in verschillende vormen, van posters, een doos met vragen, zelfs een robot van karton. Rondkijken dus, alles bewonderen en vragen stellen. Vertellen deed ik ook hiervoor koos ik twee verhalen van Toon Tellegen. Herkenbaar, onderwerpen dichtbij de kinderfantasie. Eerder dacht ik te gaan voorlezen uit “brief voor de koning” of “koning van Katoren”, maar bij nader inzien wat minder geschikt voor een kort voorleesmoment. Enfin, volgend jaar mag ik weer naar de boekenmarkt komen.
Daarnaast werd er een interessante vraag gesteld op de site van de BMO (Beroepsorganisatie van Mediathecarissen in het onderwijs)[1]. Ik las de vraag van een collega mediathecaris als een oproep om informatie over leesprojecten ergens te verzamelen en toegankelijk te maken (goed plan trouwens denk ik). En ik reageerde op deze oproep. Het was bedoeld om binnen de organisatie van de vraagsteller het leesonderwijs te gaan verbeteren. Het was iets anders dan wat ik dacht dat het was, maar met deze collega heb ik een leuk contact gehad. We spraken een uur lang over een leesproject waar ik veel ervaring mee heb en dat bovendien gedocumenteerd is, ze kan er zo mee aan de slag. En dat maakt dankbaar, informatie breder delen. Ook dit stemt me erg blij. Zeg nou eens eerlijk, we hoeven toch niet allemaal het wiel uit te vinden?
Brengt me tenslotte op het volgende: Samenwerken tussen bibliotheken en schoolbibliotheken is belangrijk. Het codewoord is: KENNIS DELEN!