Blog: Bibliothecaris willen worden…

Tekst: Janneke Krommendijk werkte ruim 46 jaar in de bibliotheekwereld. 25 jaar als assistent-bibliothecaresse bij de bibliotheek Almelo en daarna 22 jaar als mediathecaris op OCG Reggesteyn in Nijverdal. Ze vindt het eeuwig zonde als kennis verloren gaat…
Columnisten / bloggers schrijven op persoonlijke titel en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.

Mijn start als ‘leerling assistent bibliothecaresse’ maakte ik net zoals mijn medecursisten (wij noemden ‘de opleiding’ cursus) in het ‘plaklokaal’. De plek voor reparatieklusjes en het uitleenklaar maken van nieuwe boeken. Boeken, die nog via de boekhandel binnenkwamen, moesten geplastificeerd  en alle catalogusmateriaal getypt.

De opleiding bestond uit twee ‘lesdagen’ per week  bibliotheekschool en drie praktijkdagen in de opleidingsbibliotheek. Zodra je de bibliotheek wat beter kende, werd je ingeroosterd voor ‘baliedienst’. Alles deden we handmatig: Stempelen, kaartjes bij de boeken zoeken, eindeloos uitleenkaartjes alfabetiseren en karren vol boeken opruimen. Standaard op maandagochtend de wekelijkse kastcontrole, waaraan elk personeelslid meewerkte, de bibliothecaris, assistent bibliothecarissen en al het administratief personeel, iedereen deed een deel van de collectie. Alleen de conciërge en de administrateur niet.

We leerden annoteren, catalogiseren en titelbeschrijven, bemanden het ‘inlichtingenbureau’, op de jeugd- of de volwassenafdeling. Het S.I.S.O[1] systeem kenden we uit het hoofd. Steeds meer werkzaamheden werden ons toevertrouwd, onder toeziend oog van onze collega’s.

Elke vrijdagmorgen cataloguswerk oftewel het invoegen of verwijderen van kaartjes. Stapels kaartjes, invoegen alfabetisch op hoofdwoord, op trefwoord, op sisonummer, allemaal in metalen bakken waarin de kaartjes met een soort breipen werden vastgezet. Veel leuker was het verteluurtje op woensdagmiddag of zaterdagmorgen. Met de kindertjes de trap af naar het ‘vertelhol’, kussens op de vloer, ik op een grote stoel met weer een prachtig verhaal.

Wij leerden dat je een bibliotheek samen tot een succes maakt, daar waar iedereen even belangrijk is, waar altijd een oplossing werd gezocht, want ‘nee’ kenden we niet. In de tweejarige cursus tot ‘assistent bibliothecaris’ doorliep je de hele bibliotheekorganisatie. We kenden onze lezers, onze lezertjes en de collectie. Was het toen beter? Er was een opleiding tot assistent bibliothecaris en daarna kon je een in een jaar specialiseren tot bibliothecaris, schoolbibliothecaris, documentalist of….

De bibliotheek van vandaag wil als het ware een speeltuin worden, waar iedereen als door een magneet naar toe getrokken wordt[2] en ik voeg daaraan toe ‘voor jong en oud’. Daar zijn natuurlijk boeken beschikbaar, worden workshops gegeven naast langlopende cursussen, die in het kader van ’levenslang leren’ worden georganiseerd. Het loket ‘digitale overheid’ is bemenst, waar ruimtes voor clubs en verenigingen beschikbaar zijn en waar je misschien plaats kunt nemen in een flight simulator? Ik noem maar wat.

De bibliotheek waar ik mijn opleiding begon en de bibliotheek van vandaag lijken nog steeds op elkaar, ook al zijn veel werkzaamheden geautomatiseerd. Het wordt tijd dat de (minimaal HBO) beroepsopleiding weer wordt opgestart. Alleen van lezen houden is niet genoeg. Wij hebben deskundige medewerkers nodig die collecties vormen en ontsluiten, die digitaliseren, databanken en zoekmechanismes kunnen ontrafelen en toegankelijk maken. Want als het over collectievorming gaat zeg nou zelf: Hoe belangrijk is een juiste titelbeschrijving[3]?


[1] S.I.S.O = Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare bibliotheken

[2] Lankes, D. (2020). De nieuwe veldgids voor bibliotheekwerk

[3] Blog: Titelbeschrijven: is dat belangrijk? – Bibliotheekblad Blog van Els Rademaker- Vos

Gerelateerde berichten