Blog: Laaggeletterdheid: het beleid hangt van los zand aan elkaar en niets is structureel

Photo by CDC on Unsplash

Tekst: Els Rademaker-Vos, gepensioneerd (leidinggevend) bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst en tot 2006 consulent voortgezet onderwijs. Vanaf 2017 geeft zij colleges over nepnieuws voor de BMO. Columnisten / bloggers schrijven op persoonlijke titel en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.

Elk jaar verschijnt het rapport De Staat van het Onderwijs van de Onderwijsinspectie. Toen ik in 2018 het rapport las over het vorige jaar 2017 en las dat daarin werd gemeld dat het onderwijs al twintig jaar achteruit gaat, was ik niet verbaasd. 1998 was immers het jaar dat de Tweede Fase (het Studiehuis) werd ingevoerd. Dat werd een mislukking, aangetoond door een parlementaire enquête o.l.v. Jeroen Dijsselbloem als gevolg. Die had als conclusie: geen onderwijsvernieuwingen meer. En wat gebeurde er: toch weer onderwijsvernieuwingen. Niet tot vreugde van docenten. Vooral het niveau van de basisvaardigheden was een bron van zorg.

Nu leven we in 2022 en er is niet veel veranderd. Laaggeletterdheid en laaggecijferdheid zijn grote bronnen van zorg. Nog steeds verlaten veel leerlingen het primair en voortgezet onderwijs zonder deze belangrijke vaardigheden voldoende te beheersen.

Maar: er gaat wat gebeuren! Het ministerie heeft een subsidieregeling gemaakt waarop basisscholen konden intekenen tot eind september. En de resultaten zijn bekend. De PO raad berichtte op 26 oktober dat de subsidieregeling basisvaardigheden via loting zijn toegekend. Er zijn ruim 4100 aanvragen ingediend. Daarvan zijn er 516 toegekend en 54 scholen krijgen ondersteuning van een basisteam.

Ja: ik vind dit heel merkwaardig. Ik dacht dat basisvaardigheden bij het onderwijs standaard horen. En wat is een basisteam? En dan al die tijdelijke regelingen? Het lijkt wel iedere keer alsof het ministerie ontwaakt als er nood en brand wordt geschreeuwd.

Maar dat is niet het enige wat het ministerie doet. Samen met de VNG hebben ze de Gemeentelijke Gezinsaanpak Geletterdheid opgetuigd. De gemeenten krijgen een rol bij het verbeteren van de geletterdheid omdat men merkt dat niet iedereen kan meedoen in onze maatschappij. Niet iedereen is onze taal meester. En snapt niet goed hoe alles werkt. Het idee is dat de bibliotheken hierin ook een rol krijgen. Deelnemers gaan geschoold worden en de bedoeling is dat dit in 2024 in werking treedt. Ik denk dan: maar het probleem is nu urgent. Dus…

En dan zijn er nog andere instanties, organisaties, die zich werpen op de verbetering van de laaggeletterdheid. De KB (Koninklijke Bibliotheek), Stichting Lezen, Stichting Lezen en Schrijven, verschillende hoogleraren. Het komt op mij allemaal over als een warboel. Terwijl het probleem zo urgent is en er toekomstige basisschooldocenten afzwaaien van de PABO die zelf niet goed geschoold zijn in de basisvakken en zelf ook weinig lezen. En hun kennis van jeugdliteratuur is ook niet altijd om over naar huis te schrijven.

Ik was enkele jaren geleden op een PABO om te kijken of die school met de bibliotheek wilde samenwerken. Ik zag de afdeling jeugdboeken. Het was een schamel plankje met hele oude jeugdboeken. Ik herinner met nog: Het grote voorleesboek van Tante Hannie. Hannie Lips was een omroepster uit de jaren 60. Leuke verhalen maar dat boek had geen enkele binding met de jeugdliteratuur van eind 20e begin 21e eeuw. Ik maakte daar een voorzichtige opmerking over. De contactpersoon zei dat de studenten maar naar de openbare bibliotheek moesten gaan. Hij vond het verder niet belangrijk. Ja: zo kom je niet verder.

Wat mij steeds verbaasd bij al deze regelingen en plannen: er is geen analyse gemaakt. Er is een probleem geconstateerd en hup: dan komt er een oplossing. Maar er is niet gedacht om nu eens een integraal plan te maken dat niet tijdelijk is maar structureel. Want het probleem los je niet op met een subsidieregeling hier en een subsidieregeling daar. Het is een fundamenteel probleem dat een grondige analyse vereist en een stabiel plan waarbij iedereen weet waar hij of zij aan toe is. Maar dat lijkt wel heel moeilijk te zijn. Misschien omdat het de zelfstandigheid van de schoolbesturen en de diverse instanties aantast. Als dat het geval is dan zeg ik: spring over je schaduw heen. Het is in het belang van het kind en de toekomst van het land dat het onderwijs goed is. En daarin kan de bibliotheek een belangrijke rol vervullen.

Gerelateerde berichten