David Lankes: Moeten bibliotheken waardevrij zijn?

Mij werd gevraagd te antwoorden op de vraag: ‘Moeten bibliotheken waardevrij zijn?’ Mijn antwoord is: nee, maar gaat verder dan dat. Waardevrijheid is geen optie. Niet alleen omdat waardevrij zijn negatieve gevolgen heeft, maar ook omdat het onmogelijk is. Het zou beter zijn geweest om te vragen: ‘Kunnen bibliotheken waardevrij zijn?’Op de universiteit was een bekende struikelvraag bij het vak informatiereferentie: ‘Hoe zou je antwoorden als een gebruiker je informatie zou vragen over het maken van een bom?’ Deze vraag is bedoeld om het denken van studenten op de proef te stellen, omdat er geen overduidelijk juist antwoord bestaat. Het laat de waarde van een bibliothecaris voor de vrijheid van informatie in aanvaring komen met de verantwoordelijkheid om de gemeenschap te dienen. Hoe dan ook, dezer dagen lijkt de vraag merkwaardig ouderwets. Daarom hieronder twee geactualiseerde vragen die ontleend zijn aan levensechte situaties.


Eerste scenario: een extreemrechtse politieke groepering dient een aanvraag in om te kunnen spreken op een campus. Hoe moet de instelling reageren? Als je denkt dat het ‘waardevrije’ antwoord is, om alle bezoekers te laten spreken, wat hun ideologie ook is, dan moet je de consequenties van die beslissing wel goed doorzien. Op één universiteit werd studenten van minderheden, om geweld te voorkomen, in bovenstaande situatie geadviseerd thuis te blijven. De bibliotheek en de meeste gebouwen op de campus werden gesloten, en extra veiligheidsagenten werden ingehuurd, hetgeen duizenden dollars kostte. Is dat waardevrijheid, of is dat het wegnemen van middelen bij één groep, om een andere te steunen?


Tweede scenario: een groep reserveert, overeenkomstig de geldende gebruiksvoorwaarden voor evenementen, bij een openbare bibliotheek een ruimte voor een ‘Verteluurtje voor Drag Queens’.1 De groep wil de bewustwording aangaande LHBTI-vraagstukken vergroten, en een stem geven aan een gemarginaliseerde gemeenschap. Net als in bovengenoemd voorbeeld van de universiteit, maakte de bibliotheek kosten in een poging waardevrij te zijn en een podium te bieden aan alle bezoekers. De bibliotheek en de stad moesten, vanwege het protest van een conservatieve groep ouders, namelijk extra beveiligers inzetten. Ook waren er naderhand andere kosten om de waardevrijheid te kunnen veiligstellen. De demonstranten eisten het ontslag van bibliothecarissen, en een parlementslid van de desbetreffende staat dreigde om publieke middelen te onthouden aan iedere openbare bibliotheek die dergelijke evenementen organiseerde.


Waarschijnlijk zijn de grootste kosten in beide scenario’s voor bibliotheekgebruikers het gevoel van veiligheid. Vonden de studenten van de minderheid hun uitsluiting van de bibliotheek rechtvaardig? Hadden de conservatieve ouders nog hetzelfde beeld van hun bibliotheek na een activiteit waarvan zij vonden dat het hun kinderen schaadde?
Bibliotheken zijn nooit waardevrij geweest. De boeken die we aanschaffen nemen plaats in op een plank en kosten geld, en zo beperken ze welke andere materialen we nog kunnen kopen. Onze openingsuren bevoordelen sommige groepen (vaak degenen die op werkdagen kunnen komen) en benadelen anderen – hetzelfde geldt voor de plek waar we bibliotheken bouwen.

Vooroordelen
Kijk nog eens naar de voorbeelden hierboven. Beide zijn gebaseerd op echte gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in de Verenigde Staten, en ik schrijf dit vanuit een overduidelijk Amerikaans perspectief. Als je het met die laatste zin eens bent, dan erken je al dat waar we leven, onze opleiding, ons ras, onze taal: dat dit alles van invloed is op de manier waarop we kijken en handelen in deze wereld. Als bibliothecarissen hebben we heel duidelijk expliciete vooroordelen. Geloof jij dat toegang tot kennis en informatie niet beperkt zou moeten worden tot degenen die welvarend zijn? Dat is een vooroordeel. Geloof jij dat de maatschappij speciale maatregelen zou moeten treffen voor bibliotheken in de vorm van belastingheffing en regulering, zoals vrijstelling van betaling van copyright? Dat is geen set universele waarheden, maar een algemeen aanvaard perspectief – en daarmee niet waardevrij.

Waarom praten we vandaag de dag eigenlijk over waardevrijheid? Is het niet-bevooroordeeld zijn in ons werk niet ook een algemeen uitgangspunt van het bibliotheekwerk? Wat is er veranderd? Het antwoord is niet dat we ooit waardevrij waren en het nu niet meer zijn. Het is meer dat bibliotheken, als producten van hun cultuur, vasthielden aan een soort algemeen gedeeld wereldbeeld. Immigratie, veranderingen in de demografie, globalisatie, en de mogelijkheid voor minderheidsstandpunten om bredere steun te krijgen in een online omgeving hebben de status quo van de meerderheid onder vuur genomen. We worden gedwongen om onze principes en wereldbeelden toe te passen op een veel bredere verzameling mensen en hun behoeften. En door dat te doen, worden onze professionele en persoonlijk vooroordelen onder vuur genomen.
Wij zien deze bedreigingen in de toename van xenofobe en nationalistische bewegingen in de politiek in de hele wereld. Deze bewegingen worden vaak ‘geframed’ als een soort restauratie van een eerdere, ideale tijd. Er was een tijd dat het normaal werd gevonden dat een congrespanel uitsluitend bestond uit witte mannelijke deelnemers. Sterker: er werd simpelweg niet eens over nagedacht. Daarmee vergelijkbaar werd het collectiebeleid voor het aanschaffen van boeken van auteurs afkomstig uit de meerderheid van de bevolking niet gezien als een daad die met vooroordeel beladen was. Het was nu eenmaal zo dat bibliotheken kochten van uitgevers die de keuze van de auteurs bepaalden. Vandaag de dag is het realiteit dat het kiezen van materialen van uitgevers die de diversiteit van onze gemeenschappen niet reflecteren niet alleen niet waardevrij is, bibliotheken hebben de plicht om met uitgevers en gemeenschappen samen te werken om de neerslag van de cultuur diverser te maken.


Gorilla
En het belangrijkste aspect in dit hele debat: het doet er toe, in het dagelijks werk van bibliotheken van alle soorten en maten. Het doet er toe, omdat we grootschalige systemen in de maatschappij gebruiken waaraan overduidelijk vooroordelen ten grondslag liggen. Dan heb ik het over het toegenomen leunen op data analytics en digitaal leren. Wat we op het internet vinden (Google), wat we van onze vrienden zien (Facebook), en welke dingen we kopen (Amazon); dat alles wordt gestuurd door algoritmes die we bouwen op de data die we zelf vaak onbewust aanleveren.
We zien voorbeeld na voorbeeld van hoe gevoelig deze systemen zijn voor vooroordelen in de data waaruit ze worden gecreëerd. Van automatische zeepdispensers die geen bruine huid kunnen herkennen2 tot beeldherkenningssoftware die automatisch het kenmerk ‘gorilla’ toevoegt aan beelden van mensen met een kleur3: de technologie houdt een spiegel voor aan de maatschappij, en wat we zien staat ons niet aan. Deze systemen werden niet geprogrammeerd om racistisch te zijn, ze leerden dat aan de hand van de voorbeelden die we ze gaven.
Belangrijker nog: deze systemen laten ons zien dat het passief toestaan van grootschalige datamonitoring door commerciële partijen en de overheid gevaarlijk en discriminatoir is. Wij, als bibliothecarissen, zijn erin getraind om te strijden voor gelijkheid in toegang tot informatie, en dienstbaarheid aan allen, en we moeten proberen de sociale kosten van datagedreven systemen te beïnvloeden. Wij zijn verre van perfect in deze rol, want we zijn zelf vooringenomen producten van onze culturele achtergrond. Alleen al door de erkenning dat we niet waardevrij zijn, hebben we de middelen in handen om de wereldwijde ‘weapons of math destruction4 te bestrijden. We kennen het antwoord al: om negatieve vooroordelen te bestrijden is de juiste respons niet deze te negeren of terug te vallen op nostalgie over een tijd van ‘hoogstaande kwaliteitscriteria’. Het antwoord is: de variëteit van mensen met wie we interacteren te vergroten. 


Dienstbaarheid
Het is verleidelijk om in deze tijden van open ideologisch conflict en gepolariseerd politiek debat terug te vallen op de gewoonte om alleen met waarheden of feiten van doen te willen hebben. Te zeggen dat de bibliotheek een waardevrije plek is die bemiddelt in informatie van hoge kwaliteit. Dat we een vluchtplaats en veilige haven zijn voor de verruwende retoriek op Twitter. Dat is geen waardevrije daad, en het zou ons meest geliefde principe geweld aandoen: dienstbaarheid.
Onze gemeenschappen, en met name degenen zonder stem, hebben geen vluchtplaats nodig. Ze hebben behoefte aan een belangenbehartiger en een bondgenoot. Om een immigrant van dienst te kunnen zijn, mogen we niet de enige plek in de maatschappij zijn waar hij of zij zich welkom voelt. We moeten ervoor vechten dat ze welkom zijn in de hele maatschappij. Het is niet genoeg om te doen aan leesbevordering voor de jeugd; we moeten er zeker van zijn dat alle kinderen toegang hebben tot goede scholen en een cultuur van geletterdheid, van het stadhuis tot op de lokale markt. Het is niet genoeg om toegang te verschaffen tot het internet; we moeten onze gemeenschappen van de kennis voorzien om het internet zelf te veranderen. Datagedreven smart cities moeten slimme inwoners hebben die technologie en haar impact op de privacy en de vrijheid begrijpen.

Omdat – als je niet handelt – je niet waardevrij bent. Dan ben je irrelevant, of erger nog, dan bied je valse hoop voor degenen in nood.

Tekst: David Lankes

Vertaling: Gert Staal

Onlangs verscheen de Nederlandse editie van David Lankes’ standaardwerk The New Librarianship Field Guide in een vertaling van Gert Staal onder de titel.Veldgids voor Nieuw Bibliotheekwerk

Noten
Drag Queen Story Hour: Here’s what we know about Greenville event, dec 2019
This Viral Video Of A Racist Soap Dispenser Reveals A Much, Much Bigger Problem
Google says sorry for racist auto-tag in photo app
Weapons of math destruction : how big data increases inequality and threatens democracy

Geef een reactie
Gerelateerde berichten