Tekst: Els Rademaker-Vos, gepensioneerd (leidinggevend) bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst en tot 2006 consulent voortgezet onderwijs. Vanaf 2017 geeft zij colleges over nepnieuws voor de BMO.
Columnisten / bloggers schrijven op persoonlijke titel en weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de redactie.
Heeft u dat ook wel eens dat je ’s morgens wakker wordt en denkt: ‘ik heb een megaprobleem. Ik ben niet meer van deze tijd’. Die uitdrukking, vind ik, hoor je nogal eens de laatste tijd. Ja, je doet niet genoeg mee met de nieuwste dingen. O, o, wat erg. Daarom vind ik het heel goed dat er het nieuwste nummer van Bibliotheekblad aandacht is voor de minibiebs. Want ja, boeken, lezen, kan dat nog wel? Kennelijk wel want er is veel belangstelling voor die minibiebs. Ik moet wat bekennen: er staat er ook een in mijn voortuin, Wordt goed bezocht.
Maar er is nog meer dan alleen boeken en lezen. Waarover trouwens al enige tijd de noodklok wordt geluid omdat veel kinderen niet genoeg leesvaardig zijn. Ook over het beroep: bibliothecaris. Daar heb ik al meer over geschreven, maar ik werd er nogmaals op geattendeerd toen ik afgelopen week de wekelijkse column van Hans Stegeman in het Financiële Dagblad las. Daarin schreef hij onder andere dat hij een kind uit de generatie Tweede Fase Studiehuis was. De tijd waarin je vakken kon laten vallen. En inmiddels komt hij erachter dat dat toch wel slecht was. Hij heeft alleen de talen Nederland en Engels gevolgd en Duits en Frans laten vallen. En daar heeft hij nu spijt van. Hij hekelde de vrijblijvendheid van het onderwijs. Ik heb alle vier talen gevolgd op de MMS. Ook alweer zo’n school waar lacherig over werd en wordt gedaan. Middelbare Meisjes School. Tussen haakjes: Madeleine Albright, (de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken en onlangs overleden) zat ook op een prestigieuze meisjesschool.
Wij kregen in ieder geval les in de vier talen en moesten honderd (100!) boeken lezen voor ons eindexamen. Veertig Nederlands, twintig Duits, twintig Frans en twintig Engels in de originele talen. En je moest het niet wagen om slechts een uittreksel gelezen te hebben. De docenten hadden je meteen door. We werden breed geschoold: een uitstekende basis om bibliothecaris te worden. Een bibliothecaris die de collectie kende en mensen kon adviseren. En voldoende kennis van boektitels had.
Dat doet mij denken aan Ton Koopman. Groot musicus en Zwollenaar van geboorte. Hij woonde bij mij in de wijk. Zijn ouders hadden een kruidenierswinkeltje. Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag heb ik hem geïnterviewd voor onze wijkkrant De Diezerpoorter. (Onze wijk heet Dieze). Hij vertelde mij dat hij veel gehad heeft aan de directrice van de bibliotheek. Zij heeft hem veel boeken aangeraden. En hij prees haar eruditie en boekenkennis. Dat heeft hem goed op weg geholpen naar de top van de muziek. Bij deze directrice heb ik tijdens mijn opleiding stage gelopen.
Ik zeg dus het dus maar weer eens: gooi verworvenheden uit het verleden niet weg ten faveure van, ik noem maar wat, ICT. Dat is een prachtig hulpmiddel, maar dat moet ons niet regeren. We moeten ons niet uitsluitend vastklampen aan bijvoorbeeld algoritmes. Verdiep je in wat er gebeurt. Lees kranten en tijdschriften. Vorm zelf je mening. En ga in gesprek met klanten. Ik ga bij mijn minibieb in gesprek met de bezoekers. Dat levert de mooiste ontmoetingen op. Dat zou iedere bibliotheekmedewerker moeten doen: praat met je bezoekers!