Onderzoek: Literatuurlessen met leerlinginspraak zijn motiverend en uitdagend

Photo by Taylor Flowe on Unsplash

De teksten die leerlingen in het literatuuronderwijs moeten lezen, zijn meestal niet de teksten die zij willen lezen. Wetenschappers van de Radboud Universiteit en Tilburg University ontwikkelden daarom samen met docenten Nederlands de negendelige lessenreeks ‘De grenzen van literatuur’ voor 4 havo en vwo. In deze lessenreeks analyseren en beoordelen leerlingen fragmenten uit teksten gekozen door henzelf en hun docenten. Deze lessenreeks sprak zowel de (sociale) motivatie als de literaire competentie van leerlingen aan.

Tijdens de lessenreeks voeren leerlingen in iedere les in jurygroepjes een literair gesprek. Zij vergelijken daarbij steeds twee tekstfragmenten; één leerlingkeuze en één docentkeuze. Via discussieopdrachten worden de leerlingen uitgedaagd om een specifiek literair begrip – zoals ‘spanning’, ‘ruimte’, ‘tijd’ of ‘perspectief’ – in hun analyse en evaluatie van de tekstfragmenten te betrekken. Aan het einde van de lessenreeks beargumenteren de jurygroepjes welke tekstfragmenten wat hen betreft het beste waren, en welke het meest ‘literair’.

Het doel van de lessenreeks
De lessenreeks beoogt om leerlingen aan te sporen om hun leeservaring onder woorden te brengen, om literaire concepten toe te leren passen bij hun tekstinterpretatie en om hun literatuuropvatting te leren beargumenteren. Door leerlingen inspraak te geven in de tekstkeuze, en door ze in groepjes te laten discussiëren, willen de ontwikkelaars niet alleen de literaire competentie van de leerlingen vergroten, maar ook hun (sociale) motivatie.

Leerlingen waarderen inspraak in de literatuurles
In dit laatste doel slaagden de onderzoekers. Leerlingen hadden meer waardering voor de leerlingteksten dan voor de docentteksten. Met name de tekstfragmenten uit de romans Bella Italia (Suzanne Vermeer), Het diner (Herman Koch) en Echo (Thomas Olde Heuvelt) – alle gekozen door leerlingen − scoorden goed. Hoewel de algemene leesmotivatie van leerlingen niet toenam, waren zij wel positief over de lessenreeks zelf: de leerlingen waardeerden de inhoud en opbouw van de lessenreeks, het samenwerken in jurygroepjes en de eigen inspraak in de tekstkeuze.

De lessenreeks was voor leerlingen uitdagend

Tijdens de lessenreeks hadden de leerlingen veel moeite om de literaire concepten die zij aangeboden kregen, correct toe te passen. Ook bij het analyseren van de teksten die hun medeleerlingen hadden uitgekozen, ervoeren zij conceptuele en interpretatieve uitdagingen. Daarnaast bleek een groot deel van de leerlingen na afloop van de lessenreeks niet in staat om een onderbouwde definitie van het begrip ‘literatuur’ te geven. De lessenreeks was dus, ondanks de leerlinginspraak in de tekstkeuze, complex voor leerlingen in 4 havo en vwo. De leerlingen gaven overigens zelf aan dat de lessenreeks hun gevoel van literaire competentie had vergroot.

Bron: Dera, J., Van Lierop-Debrouwer, H., & Schotanus, Y. (2022). De grenzen van literatuur: Ontwikkeling en opbrengsten van een lessenreeks literatuur met expliciete leerlinginspraak. Stichting Lezen.

Gerelateerde berichten