Victorines 2024 uitgereikt

Jaarlijks onderscheidt het Victorine van Schaickfonds publicaties, initiatieven en scripties op het gebied van het bibliotheek- en informatieterrein. Meer informatie vindt u knvi.nl/victorine Dit jaar hebben vijftien inzendingen meegedongen naar één van de ‘Victorines’ 2024. De prijzen zijn aan de winnaars overhandigd tijdens het KNVI event Generatieve AI en de informatieprofessional op 7 november 2024 bij de KB, Den Haag.

(Tekst loopt door onder de foto’s)

Publicatieprijs 2500 euro
De prijs voor de beste publicatie op het vakgebied – en daarmee de Victorine van Schaick Penning en het daaraan verbonden geldbedrag van €2500 – gaat dit jaar naar Andrea van Leerdam: Woodcuts as Reading Guides. How Images Shaped Knowledge Transmission in Medical-Astrological Books in Dutch (1500-1550).
(Te downloaden via https://library.oapen.org/handle/20.500.12657/85122)

Foto door Maartje ter Horst

Om het boek in staat te stellen om kennis efficiënt over te dragen en zijn rol als leesmachine te spelen, is er in de loop van de tijd een enorm arsenaal aan visuele conventies en andere structurerende vormmiddelen ontstaan en ontwikkeld. Samen vormen ze de interface tussen de tekst en de gebruiker. Denk aan de pagina met paginacijfer, de alinea-indeling, de relatieve tekstgrootte, het contrast tussen romein en cursief.

Ook de afbeelding is een vormaspect dat bijdraagt aan het gebruik van het boek ten dienste van de kennisoverdracht. Woodcuts as Reading Guides is de neerslag van het uiterst grondige onderzoek dat Andrea van Leerdam heeft verricht naar de rol die verschillende soorten afbeeldingen in de vroegmoderne tijd vervulden in het leesproces. Zij beziet die rol vanuit zowel de communicatiestrategieën bij de totstandkoming van beeldmateriaal als de manieren waarop afbeeldingen feitelijk door de lezer werden gebruikt.

Wat de betekenis van haar onderzoek doet uitstijgen boven die van een puur historische studie van vroegmoderne praktijken is de toepassing van de ideeën van hedendaagse information design studies. Daarmee plaatst Van Leerdam haar observaties in een langer diachronisch perspectief. Het onderzoek zelf concentreert zich op de vroegmoderne illustratie als een voorbeeld van de visuele conventies die mogelijk worden gemaakt door de materialiteit van het boek, maar haar conceptuele kader biedt uitzicht op een cross-mediale en diachronische benadering van de manier waarop verschillende informatiedragers de conventies die het medium biedt – visueel of anderszins – gebruiken om informatie en kennis efficiënt over te dragen.

Initiatiefprijs 2000 euro
De initiatiefprijs van 2000 euro gaat naar Steven Claeyssens en de Europeana werkgroep Datasheets for digital cultural heritage.

De laatste jaren zien we een groeiende belangstelling voor collecties als data en het hergebruik van erfgoed datasets. Op dit moment telt het Datasetregister van het NDE meer dan 700 datasetbeschrijvingen van ruim 40 verschillende erfgoedinstellingen. Het betreft bijvoorbeeld overzichten van makers van kunstvoorwerpen, foto’s van gebouwen, of een thesaurus met erfgoedtermen. Hiermee zijn de data gemakkelijker te vinden, én te hergebruiken, zowel door onderzoekers, ontwikkelaars, als zoekmachines.

Maar -in tegenstelling tot onderzoeksdata – bestond er tot dusver nog geen uniforme manier om deze datasets te beschrijven. Dat wil zeggen, er zijn wel goede afspraken voor het beschrijven van individuele items, maar niet voor de collectie als geheel.

De Datasheet die Steven Claeyssens heeft gemaakt, samen met de Europeana werkgroep Datasheets for digital cultural heritage maakt een einde aan deze achterstand. Dankzij het werk dat zij hebben geleverd beschikken we nu over een standaard waarmee de context en inhoud van datasets kan worden gedocumenteerd. Deze transparantie is nodig, omdat alleen op deze manier onderzoekers en andere gebruikers aspecten als volledigheid, representativiteit, en auteursrechtelijke beperkingen kunnen beoordelen. 

De data in een erfgoed dataset verschillen van onderzoeksdata, omdat ze overwegend voor een ander doel zijn verzameld. Denk bijvoorbeeld aan een provinciaal museum met een collectie 17de eeuwse prenten, waarvan de beschrijvingen zijn gedeponeerd in het datasetregister. De beschrijvingen van deze prenten werden tientallen jaren vastgelegd in een kaartenbak. De kaartenbak werd op zeker moment mogelijk uitgebreid met een papieren catalogus, en vervolgens werden twintig jaar geleden alle gegevens overgezet naar een database.

Binnen welke context zijn de data verzameld, en gaat het om een afgesloten set, of wordt deze nog regelmatig aangevuld? Hoe weet ik met welke versie ik als onderzoeker te maken heb? Allemaal gegevens die nodig zijn om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de mogelijkheden tot hergebruik. Dat geldt niet alleen voor het hergebruik door de mens, maar ook door de machine. Het ontwikkelde datasheet helpt ook bij de reproduceerbaarheid van de resultaten van machine learning.

De Datasheet houdt rekening met al deze aspecten, en is daarmee een toonbeeld van zorgvuldigheid. Het is bovendien het resultaat van een mooie samenwerking tussen erfgoedprofessionals, technici en onderzoekers. Deze innovatieve bijdrage aan de professionalisering van het vakgebied belonen we daarom met de Victorine van Schaick Initiatiefprijs.

Scriptieprijs 1500 euro
De scriptieprijs van 1500 euro gaat naar Thomas Tan voor zijn scriptie Designing a digital educational library in a West-African context: With a Special Focus on Ghana.

Thomas Tan onderzoekt in zijn scriptie de mogelijkheden van moderne ICT-oplossingen om leerprocessen te bevorderen en digitale en fysieke bibliotheken in te richten in West-Afrika, met als casus Ghana. Dit is een afstudeerscriptie van de Universiteit Utrecht en is tot stand gekomen in samenwerking met een NGO genaamd Maxim Nyansa Foundation.

Tan bespreekt het gebruik van technologieën zoals cloud computing, AI, gamificatie en mobile learning in onderwijsinstellingen waar de kwaliteit van het onderwijs laag is en middelen beperkt zijn. De scriptie biedt helder inzicht in de situatie van het West-Afrikaanse onderwijs en bibliotheken, en geeft duidelijk aan wat de vereisten zijn voor het verbeteren van een digitale bibliotheek in ontwikkelingslanden. Daarnaast presenteert hij in deze scriptie een model dat je ook kunt toepassen in andere, vergelijkbare contexten.

De scriptie combineert theorie en praktijk, met een sterk literatuuronderzoek en interviews met verschillende stakeholders. Een van de grootste problemen in deze ontwikkelingslanden is het gebrek aan middelen, en daarom zijn open source-publicaties essentieel om zo veel mogelijk toegang te verkrijgen tot wetenschappelijke kennis. Deze scriptie biedt ook waardevolle inzichten voor Nederlandse informatiespecialisten binnen het hoger onderwijs, al is het alleen maar om te beseffen dat de situatie elders veel ernstiger is. Maar bovenal toont deze scriptie andermaal het belang van Open Science.

Eervolle vermelding
Robert Nat ontvangt een eervolle vermelding voor Data-gedreven aanpak van Woo-verzoeken.

Met deze problematiek opent het journalistieke platform Follow the Money een artikel in het kader van zijn onderzoek naar banden tussen Shell en de Nederlandse overheid. [1] Voor hun dossier ‘’Shell Papers’’ hebben onderzoekjournalisten in 2019 een uitgebreid WOO verzoek ingediend bij het ministerie van Economische Zaken en bij de provincie Groningen. Waar het ministerie weigerde het verzoek in behandeling te nemen, ging de provincie Groningen ermee aan de slag.

Informatiespecialist Robert Nat heeft een bepalende rol gespeeld bij het ontwikkelen van een aanpak om snel grote aantallen documenten te onderzoeken Ter illustratie: in de dataset zaten aanvankelijk mailboxen met 367.768 documenten waarin de woorden ‘’Shell’’ of NAM voorkwamen. Na een eerste filtering resteerden er nog 48.315 –  nog steeds een te grote uitdaging.

Belangrijke kenmerken van de innovatieve Groningse aanpak die hierop volgde zijn:

•Werk vanuit een gemeenschappelijk belang: zowel de journalisten als de provinciale ambtenaren en bestuurders willen dat er een werkbare set documenten ter beschikking komt.

•Maak gebruik van de bedoeling van de Wet Open Overheid: neem contact op met de verzoekers, laat de vraag preciseren en zet de zogeheten ‘’vertrouwelijke voorinzage’’ in,

•Gebruik slimme zoektermen en moderne IT-tools en zoek combinaties.

Het resultaat hiervan is een goed voorbeeld van een ‘’win-win’ . Want in april 2024 heeft de provincie haar deel van de Shell papers geleverd in vervolg op het verzoek uit 2019, terwijl Follow The Money de documenten vervolgens gebruikt voor vervolgonderzoek en de verkregen informatie integraal heeft gepubliceerd.

Robert Nat heeft in de voorbije periode laten zien hoe een WOO verzoek succesvol kan worden gehonoreerd en de ‘’Groningse aanpak’’ begint intussen school te maken in de publieke sector.  Door een eervolle vermelding van zijn informatiegerichte aanpak spreekt het bestuur van het Victorine fonds hierbij grote waardering uit voor het relevante werk dat Robert Nat heeft geleverd.

Gerelateerde berichten