Tekst: Wim Keizer, voormalig ambtelijk secretaris SOOB NH, BOZH en SPN en auteur boek Twintig jaar bibliotheekvernieuwing
Als de schrijver van het boek Ian Buruma heet en de titel ‘Het Churchillcomplex’ is, heb ik een dubbele reden om het te lezen. Ik volg altijd met aandacht de opiniebijdragen van Ian Buruma (geb. 1951, Nederlandse vader, Engelse moeder) in NRC Handelsblad en ben tevens een liefhebber van boeken van en over Churchill. De beste biografie over hem vind ik nog altijd die van Sebastian Haffner, juist omdat die kort en beknopt is en daardoor lijnen onthult die verloren gaan als er te veel details worden vermeld. Twee jaar na de val van Churchill door het fiasco bij de Dardanellen in 1915 in de Eerste Wereldoorlog benoemt premier Lloyd George hem weer als minister. Churchill was toen als lid van de liberale partij zeer ongeliefd bij de conservatieven (waartoe hij eerst behoorde en later weer zou terugkeren). Haffner citeert wat Lloyd George daarover schrijft in zijn oorlogsherinneringen: ‘… Enkelen van hen [de conservatieven] wonden zich over de benoeming van Churchill meer op dan over de hele oorlog. Het was interessant in geconcentreerde vorm iedere fase van het trillende wantrouwen te observeren dat het genie bij de middelmaat opwekt. Helaas levert het genie altijd zelf zijn critici de munitie – het heeft dat altijd gedaan en zal het altijd doen, Churchill is geen uitzondering.’ Het lijkt mij dat we dit ook zo kunnen toepassen op de Nederlandse politiek van 2021.
Grote lijnen laten zien is ook het sterke punt van Ian Buruma. In ‘Het Churchillcomplex’ behandelt hij de zogenaamde ‘special relationship’ tussen Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Die komt sinds de relatie tussen Churchill en Roosevelt in de Tweede Wereldoorlog vooral tot uiting in de verhouding tussen de Britse premier en de Amerikaanse president. Tevens schenkt hij ruim aandacht aan het verval van wat eens toonbeelden waren van vrijheid, openheid en democratie. Sinds de brexit en de verkiezing van Donald Trump is daar volgens Buruma weinig meer van over (het boek kwam uit voordat Trump verslagen werd door Joe Biden).
De ‘special relationship’ wordt sinds Churchills vierdelige ‘De geschiedenis van de Engels sprekende volken’ meer en vaker als ‘speciaal’ beleefd aan Britse kant dan aan Amerikaanse kant. Er waren hoogtepunten, maar ook vele dieptepunten. Het nieuwe AUKUS-pact (Australia, UK, US) is misschien het meest actuele hoogtepunt, zeker nadat vooral Frankrijk zich er hevig over opwond.
Buruma schetst aan de hand van de relaties tussen onder anderen Churchill en Roosevelt, Macmillan en Kennedy, Thatcher en Reagan, Blair en Bush en Johnson en Trump hoe het optreden van beide landen in de verschillende perioden van de wereldpolitiek geweest is. Zoals ook bij andere boeken, denk ik dat vooral een aantal citaten het beste kan aantonen waarom ik dit boek met veel genoegen heb gelezen.
Over het ‘spook van München’ (verdrag Hitler-Chamberlain waardoor Hitler in 1938 Tsjecho-Slowakije kon annexeren): ‘De overlevering die nog altijd in politieke toespraken wordt herhaald en in films wordt verheerlijkt, is dat Chamberlain een kortzichtige en lafhartige appeaser was en Churchill de grote held. Sinds die tijd wordt, telkens wanneer er een buitenlandse crisis dreigt, of het nu bij het Suezkanaal, op de Falklandeilanden of in Korea, Vietnam, Bosnië of Irak is, het spook van München opgeroepen door Anglo-Amerikaanse leiders die de geschiedenis in willen gaan als Churchill en niet als Chamberlain.’
‘Eén van de meest gehoorde chichés over het einde van de jaren veertig, toen de Koude Oorlog begon, is dat een formeel Brits imperium “het stokje overdroeg” aan een informeel Amerikaans Rijk. Dat is een grove simplificatie. Veel Amerikanen wilden niet dat hun land in buitenlandse aangelegenheden verstrikt raakte, en de Verenigde Staten waren nog steeds een terughoudende speler op het wereldtoneel. In Afrika, het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië en zelfs Europa lieten de Amerikanen Groot-Brittannië met groot genoegen de orde bewaren.’
‘Britse leiders waren altijd onmiddellijk naar Washington gevlogen zodra ze ook maar even de indruk kregen dat een Amerikaanse president een atoombom wilde gooien. In het tijdperk van Reagan en Thatcher waren de rollen omgedraaid. Reagan had een morele afkeer van kernwapens.’
‘Aan de lange reeks foto’s van de officiële Anglo-Amerikaanse ontmoetingen kunnen we er nu eentje toevoegen van Blair en Bush, die elkaar in de winter van 2001 voor het eerst ontmoetten in Camp David. Ze laten de hond van Bush uit in het bos, Bush in zijn presidentiële bomberjack en cowboylaarzen en zijn lange armen een eindje van zijn lichaam in een ietwat aapachtige pose, en Blair, die opgelaten grijnst en zijn best doet er even stoer en informeel uit te zien, met zijn vingers in de zakken van een blauwe ribbroek die door de Britse ambassadeur als “een ballenkneller” werd omschreven. Ze hadden het over politiek, familie en God. En zo te zien konden ze uitstekend met elkaar opschieten.’
‘Rechts populisme en rancunepolitiek komen natuurlijk niet alleen voor in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Integendeel. Zulke tendensen kennen een lange geschiedenis in landen als Italië en Frankrijk en zijn in Oost-Europa opgelaaid door de corruptie in het post-Sovjettijdperk. Maar die verschijnselen lijken schokkender in Groot-Brittannië en Amerika, want het tijdperk van Trump en de brexit betekent een radicale breuk met de naoorlogse periode die door Churchill en Roosevelt is vormgegeven.’
Dit is de zesde column van 2021 over lezen, ‘Enthousiast’. De vijfde staat hier, de vierde hier en de derde hier. Daarin wordt gelinkt naar de eerste twee.
In de laatste van vorig jaar wordt gelinkt naar de in 2020 verschenen columns.