Tekst: Els Rademaker-Vos, gepensioneerd (leidinggevend) bibliothecaris bij de Overijsselse Bibliotheek Dienst en tot 2006 consulent voortgezet onderwijs. Vanaf 2017 geeft zij colleges over nepnieuws voor de BMO.
Wat een rare vraag. En deze topvoetballer van het Franse nationale elftal en Atletico Madrid zou het niet kunnen geloven dat hij de hoofdpersoon zou worden in mijn column.
Waar gaat dit over?
Nou over het feit dat de bibliothecaresse nog altijd wordt vereenzelvigd met ongetrouwde, zurige vrouwen met knotjes, samengeknepen lippen, brillen op, die heel streng toe keken welke boeken je wilde lenen en met een bord STILTE achter het bureau. Ik heb een dergelijk bord overigens nooit gezien. Deze opmerking over bibliothecaressen heb ik trouwens een goed jaar geleden nog van iemand gehoord. En wat zag ik toen ik keek naar de Europese kampioenschappen voetbal? Interessant toernooi. Allemaal kerels meet knotjes en die van Antoine Griezmann was wel heel opvallend. Er komen betere tijden dacht ik.
Wat is er toch aan de hand met het beeld van de bibliothecaresse? Het is een prachtig beroep. Maar er zit een geschiedenis achter. Een beeld dat we kennelijk nog steeds niet achter ons kunnen laten.
In de negentiende eeuw kwam het idee op om mensen zogenaamd te verheffen. De maatschappij tot Nut van het Algemeen werd opgericht. Veel welgestelde vrouwen gingen zich inzetten om dit tot stand te brengen. En gingen ook openbare leeszalen en bibliotheken inrichten. Om mensen tot lezen te verleiden. En deze vrouwen hoefden niet veel geld te verdienen want ze waren welgesteld. En van dit beeld zijn we nog steeds niet verlost is mijn idee. En ook van de salarieering.
Bibliothecarissen hebben nog steeds te leiden onder het fenomeen dat het vrouwenberoepen zijn. Net als het onderwijs en de zorg. Het zijn voornamelijk vrouwen die er werken dus hoeven ze niet veel betaald te krijgen. Een heel raar idee. Alsof vrouwen niet veel hoeven te verdienen. Misschien wordt er gedacht: er is wel een man die voor haar de kost verdient.
En dan heeft ons beroep ook te lijden onder de digitalisering. Vooral na de grote financiële problemen van 2008. Ik hoorde toen aan alle kanten: ja we moeten bezuinigen. Dat doen we op de bibliotheek want er is ICT. Via de computer kunnen we heus wel allemaal boeken vinden. Lekker makkelijk. En dan zijn vrijwilligers ook van harte welkom. Of anders koop je maar boeken via Marktplaats.
Dat is een misverstand vind ik. Het beroep bibliothecaris is van oudsher een wetenschappelijk beroep. Als je in dienst was van een koning of een paus en je had de leiding over de bibliotheek dan was je iemand.
Maar dat beeld is helemaal verdwenen. Er is geen opleiding meer tot bibliothecaris. Volgens mij is dat het gevolg van de digitalisering. Het idee dat je via de computer alles kunt vinden. Maar dat is niet zo. De echte, enthousiaste, goed opgeleide bibliothecaris kan klanten helpen in hun boekenkeuze. Google is niet zaligmakend. En deze persoon kan ook ons helpen in de strijd tegen ontlezing. Ook een van de gevaren in onze samenleving.
Ik weet dat bibliotheekdirecteuren zich de benen uit het lijf lopen om gemeentes en gemeenteraden te bewegen te stoppen met bezuinigen op bibliotheken. Het lijkt leuk in de begroting maar uiteindelijk kost het veel meer. Want de bevolking gaat slechter lezen bijvoorbeeld. Jongeren komen laaggeletterd van school. En dan span je het paard achter de wagen.
Ik roep op tot het stoppen met het kortzichtige beleid van denken dat ICT je van alle zorgen af kan helpen. En dat de openbare bibliotheken weer een deugdelijke opleiding opzetten tot bibliothecaris. En de benodigde specialisatie. Zoals de jeugdbibliothecaris. Dan denk ik nog steeds aan Jannie Daane. Die in Amsterdam de Woelige Stee oprichtte. Kort na de Tweede Wereldoorlog. En daar fantastisch werk deed. Ze reisde naar de VS om te kijken hoe het daar ging. Ze vertaalde verschillende Gouden Boekjes. En trok een fantastische medewerker aan. Annie M.G. Schmidt. Dat waren nog eens pioniers!
We moeten af van het beeld dat de bibliothecaris, bibliothecaresse een of ander figuur is die belegen is. Met knotjes bijvoorbeeld. Als Antoine Griezmann die wil dragen: nou dan moeten we ons toch even achter de oren krabben.