De provincie Noord-Holland trekt samen met gemeenten ruim 11 miljoen euro uit voor culturele instellingen die de afgelopen maanden financieel geraakt zijn door de coronacrisis. Onder de honderd provinciale cultuurinstellingen bevinden zich ook bibliotheken in zeven gemeenten.
Noord-Holland verdeelt de noodsteun over 35 musea, 17 (pop)podia, zes festivals, bibliotheken in zeven gemeenten en 35 andere culturele instellingen.
De provincie heeft over de verdeling van het geld uit het noodfonds overleg gehad met alle Noord-Hollandse gemeenten. De gemeenten hebben samengewerkt en in regionaal verband culturele instellingen voorgedragen voor een bijdrage uit het fonds. De provincie brengt 65 procent van het geld in het noodfonds in, de resterende 35 procent nemen de gemeenten voor hun rekening.
Grote ontvangers van steun zijn onder andere Schouwburg Amstelveen (349.000 euro), Spant in Bussum (433.000 euro), Cultuurgebouw Haarlemmermeer (994.000 euro), Theater Cool Heerhugowaard (383.000), Stoomtram Hoorn (374.000), Theater de Purmaryn Purmerend (510.000), Stichting Texels Museum (934.000) en Vereniging De Zaansche Molen (659.000). (Voor de volledige lijst, zie hier (pdf))
De bibliotheekorganisaties die een bijdrage uit het noodfonds ontvangen zijn: Bibliotheek Kennemerwaard voor de bibliotheekvestigingen in de gemeenten Alkmaar, Bergen, Castricum en Heerhugowaard (totaal circa 63.000 euro), Bibliotheek Hilversum (ruim 113.000 euro), Bibliotheek Hoorn (circa 41.000 euro) en Bibliotheek Waterland (circa 70.000 euro). Verder ontvangt het Cultuurgebouw Haarlemmermeer, waar ook de bibliotheek deel van uitmaakt, in het totaal 994.000 euro.
Zita Pels, gedeputeerde Cultuur, geeft aan dat de provincie ook voor volgend jaar een bedrag van 3,5 miljoen euro gereserveerd heeft om de vervolgschade bij culturele instellingen in de eerste helft van 2021 te beperken. Tegelijkertijd werken de provincie en gemeenten aan een plan om de cultuursector in de breedte te helpen met het herstel in de periode daarna. Pels: ‘Noord-Holland heeft heel veel te bieden op het gebied van cultuur. Dit aanbod is heel waardevol en inwoners én bezoekers genieten ervan. Daarnaast is de cultuursector een belangrijke werkgever. De sector doet er alles aan om binnen de huidige mogelijkheden publiek (online en offline) te blijven ontvangen. Ik bewonder het geduld, de creativiteit en vooral het doorzettingsvermogen. Duidelijk is dat de nood zich uitstrekt over de volle breedte van de culturele sector en dat die nood in 2021 er nog steeds zal zijn, en misschien nog wel hoger is.’