In Bibliotheekblad 6 leest u een exclusief interview met Gunay Uslu, de demissionaire staatssecretaris van Cultuur en Media. Redacteur Stan Verhaag interviewde haar tijdens de officiële aftrap van de gloednieuwe investeringsregeling voor bibliotheken (SPUK). Enkele fragmenten uit dit interview. (De volledige tekst leest u dus in de juni-editie).
Waar komt uw eigen enthousiasme voor de bibliotheken vandaan?
‘Ik heb veel studie-uren doorgebracht in bibliotheken. De bibliotheek was voor mij een plek waar ik me goed kon concentreren. Waar ik ook mensen kon bekijken. Er gebeurt daar van alles. Dat vond ik zo lekker aan de bibliotheek: je kunt er studeren, maar je kunt je er ook even losmaken van je studie. Om rond te kijken en afleiding te zoeken. Vervolgens stort je je weer op je boeken. Het zijn prettige plekken die bezocht worden door heel verschillende mensen. Toen is mijn liefde voor de bibliotheek ontstaan.
Maar eigenlijk gaat het dieper, want ik houd van boeken. Tegelijkertijd is de bibliotheek van nu méér dan boeken. Ik zit wel eens in praatprogramma’s, en dan wordt mij gevraagd: “Maar zijn bibliotheken nog wel van deze tijd? Want alles is toch online, en e-books zijn toch heel populair?” Dan zeg ik: dat is zó’n ouderwets bibliotheekbegrip. De bibliotheek anno nu heeft vijf taken. Inderdaad: het bevorderen van lezen, maar ook het kennismaken met kunst en cultuur, het bieden van informatie en kennis, het bieden van mogelijkheden voor ontwikkeling en educatie, maar ook het organiseren van debat en ontmoeting. Het zijn best behoorlijke taken die een bibliotheek vervult, het gaat om veel meer dan het uitlenen van een boek. Maar ook toen het nog alleen om boeken ging en om mensen die kwamen lezen of studeren, vond ik het er al heel leuk.’
Over welke bibliotheek hebben we het in uw geval?
‘Ik ben als kind begonnen bij de openbare bibliotheek in Haarlem. Ook mijn basisschool had een plek met boeken. Maar het was met name op de middelbare school dat ik van boeken ging houden. Daar heb ik ontdekt hoe leuk en bijzonder lezen kan zijn. Dat je echt in een andere wereld stapt en verschillende mensen ontmoet. Opeens sta je in Troje met Achilles en Patroclos tijdens de Trojaanse Oorlog – dan hebben we het over de dertiende eeuw voor Christus. En vervolgens ben je opeens in het Achterhuis met Anne Frank. Het ontdekken van andere werelden, door een boek te lezen een avontuur beleven, dat heb ik met name tijdens de middelbare school gedaan. Ik zat op het Montessori Lyceum. Daar was een heel mooie bibliotheek. Die heet nu de mediatheek – dit weet ik omdat mijn kinderen er ook op school hebben gezeten. Dat was een heel fijne plek. Daarna ging ik studeren op de UB, de Universiteitsbibliotheek van de UvA, en vervolgens dook ik de archieven in.
Een volwaardige bibliotheek die de vijf verschillende taken kan vervullen, is een plek waar je bijvoorbeeld een film kunt zien of een theaterstuk, maar ook naar een lezing kunt luisteren, cursussen en opleidingen kunt doen, en ook onderzoek kunt doen, bij sommige bibliotheken zelfs archiefonderzoek. In de LocHal in Tilburg bijvoorbeeld zijn erfgoedprojecten. We hebben echt fantastische bibliotheken in Nederland.’
Welke oproep zou u tot slot willen doen aan de lezers van Bibliotheekblad, aan de mensen die werkzaam zijn in de bibliotheeksector?
‘Het belang van de bibliotheek is voor de Bibliotheekblad-lezer wel duidelijk. Ik denk dat het vooral heel belangrijk is dat we ons realiseren dat we samen echt iets heel moois gaan doen. Daarom is het heel belangrijk dat iedereen elkaar ook ondersteunt en dat er communicatie is. Dat betekent met elkaar praten en van elkaar leren. Dat er bewustwording ontstaat: we gáán iets in beweging brengen! We gáán investeren in bibliotheken omdat we ons bewust zijn van het feit dat bibliotheken ontzettend belangrijk zijn. Ze zijn inspirerend en verbindend, vooral in deze tijd. Bibliotheken zijn cruciaal voor de leesmotivatie, voor kritisch lezen voor jongeren. Het is een ontmoetingsplek voor ouderen die er ook cursussen kunnen volgen. Voor mensen die geen thuis hebben, die zich er even kunnen opwarmen. In deze opbouwperiode is het essentieel dat alle partijen kennis en inzichten met elkaar delen.’
In welk opzicht? Kunt u dat concreet maken?
‘Bijvoorbeeld door kennis en ervaringen te delen, met elkaar te bespreken welke vragen je hebt en hoe je die zou kunnen oplossen, samen goede ideeën te bedenken om de bibliotheek vorm te geven en toekomstbesteding te laten zijn. “Samen” wil wat mij betreft ook niet alleen zeggen als bibliotheken onderling, maar ook met gemeenten, provincies en provinciale ondersteuningsinstellingen.’