(Download onder bericht)
De bieb is (nog steeds) hip. Dat blijkt uit onderzoek van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA). 2753 Antwerpse studenten werden bevraagd over hun gewoontes en ervaringen met bibliotheekbezoeken. Opvallend: de gemiddelde duur van een bezoek is sinds 2019 aanzienlijk gestegen. “Studenten zijn over het algemeen tevreden, maar het succes van de bibliotheken kent ook een schaduwzijde.”
Studeren, groepswerken maken, boeken lenen… Wie hoger onderwijs volgt, brengt veel tijd door in bibliotheken. In Antwerpen is dat niet anders. Daarom peilde de AUHA naar de mening van studenten van de Universiteit Antwerpen, AP Hogeschool, Karel de Grote Hogeschool en de Antwerp Maritime Academy. Waarom bezoeken ze massaal de bib? Hoe tevreden zijn ze over de werking? En wat kan er beter?
Geen blitzbezoek
Van de 52 014 uitgenodigde studenten vulden er 2753 de enquête in, een stijging van 47% ten opzichte van de vorige enquête in 2019. “De bibliotheek blijft zonder twijfel populair”, zegt Rik Van Daele, departementshoofd Bibliotheek en Archief (Universiteit Antwerpen). “Maar liefst 92% van de studenten bezocht afgelopen academiejaar minstens één keer een bibliotheek. Bijna vier op de tien gaat wekelijks naar de bieb.” Een biebbezoek is zelden een blitzbezoek, blijkt ook uit het AUHA-rapport. De meeste studenten (32%) spenderen tussen de twee en drie uur per bezoek. In 2019, voor de coronapandemie, was dat nog één tot twee uur. Waarvoor komen studenten naar de bieb? Voor 31% is het in de eerste plaats een studieplek. Anderen komen vooral om gespecialiseerde hardware zoals 3D-printers te gebruiken (17%) of om boeken te lenen en te raadplegen (14%). Voor 7% is de bibliotheek een plek om te ontspannen (streamen, surfen, …), en 4% gebruikt de bieb vooral om hun gsm of laptop op te laden.
Langere openingsuren
Studenten vinden dus nog steeds hun weg naar de bieb, maar ze uiten ook enkele bekommernissen. Van Daele: “Antwerpse studenten zijn over het algemeen tevreden over de werking van de bibliotheken. Toch geeft bijna de helft (47%) aan soms af te zien van een bezoek omdat er te weinig studieplekken zijn. Voor 38% is de kans op afleiding een reden om niet te gaan, en bijna een kwart (23%) vermijdt de bibliotheek als er te veel lawaai is.”
“De bieb is populair, maar we moeten erop toezien dat ze geen slachtoffer van haar eigen succes wordt”, stelt Van Daele . “Daarom is het belangrijk om naar de noden van studenten te luisteren. Zo zou meer dan de helft van de respondenten vaker naar de bib gaan als de openingsuren werden uitgebreid. Ook is er grote interesse in afgeschermde individuele studieplekken en groepswerkruimtes. Verder is er vraag naar meer ontspanningsruimte, groen in de bib en een collectie fictieboeken.” Met deze nieuwe inzichten gaan de universiteiten en hogescholen aan de slag. Elke instelling zal de werking van haar eigen bibliotheek analyseren en een aangepast actieplan uitwerken.
Het volledige rapport kun je hieronder downloaden.
