(Video onder bericht)
Ingmar Heytze schrijft dit jaar het Zomerlezengedicht. Met ‘Perseïden’ geeft hij een poëtische invulling aan Zomerlezen, de campagne die in juni, juli en augustus plaatsvindt. Het gedicht wordt in de maand augustus in een oplage van 100.000 exemplaren verspreid op Boomerangkaarten die te vinden zijn in de bekende kaartenrekken. Heytze nam het dichterschap over van Boekenweekdichter Babs Gons, die de opdracht heeft moeten inleveren wegens privéomstandigheden.
Ingmar Heytze: ‘In “Perseïden” komt een hondsdagenhater aan het woord: iedereen is op vakantie (of wat daar in deze tijd voor doorgaat), er staat niks in de krant, het is vaak kleffig warm, de wespen beginnen te steken en daarbij: hoeveel potten jam heeft een mens nou eigenlijk nodig? Maar zelfs voor zulke zeikerds gebeurt er elk jaar rond die tijd weer iets magisch: de meteorenzwerm Perseïden, een paar nachten achter elkaar, zodat het bijna altijd wel een keer helder genoeg is om er een aantal te zien. De datum en het tijdstip waarop de zwerm op zijn hoogtepunt is, staan letterlijk in het gedicht als reminder.’
Waar de CPNB eerder inzette op één week veel aandacht voor poëzie (tijdens de Poëzieweek), is er begin 2020 voor gekozen om poëzie het hele jaar door een podium te geven. Daarmee bereikt de CPNB een groter en meer divers publiek, zodat ook de lezers die normaal minder snel met poëzie in aanraking zouden komen, de kracht van poëzie leren kennen. Hierin wordt de CPNB ondersteund door het Van Beuningen/Peterich-fonds.
Eveline Aendekerk, directeur CPNB: ‘Een heel jaar lang hebben we bij onze campagnes een breed scala aan dichters en poëzie in de schijnwerpers gezet om zo dit belangrijke genre breed onder de aandacht te brengen. Ik werd zelf keer op keer geraakt door de enorme creativiteit en kracht die van de dichtkunst uitgaat. De gedichten bij de verschillende campagnes zijn een inspirerende aanwinst en zullen ook het komende jaar terug blijven komen.’
‘Een jaar vol poëzie’ is afgetrapt met de Zomerlezendichter 2020 Elfie Tromp en het gedicht ‘Tot bloei!’ in juni, juli en augustus. Koos Meindert schreef voor de Kinderboekenweek in oktober het gedicht ‘In de bieb staan tijdmachines’. Tijdens Nederland Leest in november hebben de drie ambassadeurs van 2020, Hans Goedkoop, Alfred Birney en Susan Smit, hun favoriete gedichten geselecteerd rondom het thema Kleine geschiedenis, grote verhalen. Charlotte Van den Broeck schreef het Nieuwjaarsgedicht ‘Herkansing’, dat de CPNB verspreidde onder al haar relaties om hen een hart onder de riem te steken in het moeilijke coronajaar. Tijdens Het voorwoord van de Boekenweek in maart en de Boekenweek in juni stond Babs Gons als Boekenweekdichter met het gedicht ‘Polyglot’ centraal. En ook dit jaar is er tijdens Zomerlezen aandacht voor poëzie, met het gedicht ‘Zomer’ van Hugo Claus, en nu het speciale zomerlezengedicht ‘Perseïden’ van Ingmar Heytze.
In een jaar tijd zijn er meer dan 500.000 Boomerangkaarten met poëzie verspreid, is er op tal van socialmediakanalen veel bereik gecreëerd en zijn er veel extraatjes met poëzie weggegeven aan bezoekers van boekhandels en bibliotheken, zoals boekenleggers, posters en linnen tassen.